'Daar is niets aan te doen', gaf Storkerson toe. 'We kunnen wel tegen een stootje, want honger hebben we nog niet geleden. Ik hoop alleen dat de honden het volhouden'.
'Een goede Eskimo-hond is wat dat betreft net zo verstandig als zijn baas', meende Andreasen. 'Zo'n beest begrijpt best, waarom hij minder te eten krijgt'.
'Laten we hopen, dat het maar een kwestie van een paar dagen is', zei Stefansson. 'Misschien hebben we nog wel geluk dat een zeehond zich komt aanbieden'.
Die avond kregen ze dus niet genoeg te eten en de honden keken hun meesters vragend, misschien wel verwijtend aan, toen ze na een dag hard werken hun maag maar half vol kregen.
'Niets aan te doen jongens', trachtte Stefansson ze op te monteren. 'Zodra we weer kunnen schieten krijgen jullie een extra portie'.
De honden schenen na een paar dagen wel doordrongen te zijn van de ernst van de toestand en dat er wel reden was voor de wreedheid van hun bazen, die anders toch zo aardig waren. Dus bleven ze hun best doen de slede, die nu zo licht als een veertje was geworden, zo vlug mogelijk voort te slepen.
Steeds talrijker werden de geulen, die ze over moesten steken maar hoe ze ook rondspeurden, nergens ontdekten ze een glimp van een zeehond.
'Je zou haast gaan geloven, dat de Eskimo's en walvis-