'Nee, natuurlijk niet', antwoordde Stefansson.
'Dan is dat ding van jou ook helemaal niets bizonders', vond de man. 'Bij een van de stammen, die wat verder die kant op wonen, is een medicijnman, die een toverpijl heeft, waarmee hij over de allerhoogste berg heen een caribu kan doden!'
Een andere keer liet hij zijn nieuwe vrienden zijn prismakijker zien en verklaarde, hoe hij daarmee dingen kon zien, die met het oog niet waar te nemen waren. Met grote belangstelling bekeken zij het instrument en waren opgetogen, toen ze het wonder met eigen ogen mochten proberen. Dat vonden ze prachtig en dadelijk vroeg iemand: 'Nu heb je ons caribu's laten zien, die er vandaag zijn. Kijk nu ook eens door je wonderglas of je de caribu's kunt zien, die er morgen zullen zijn, dan weten we ten minste waar we moeten gaan liggen om ze te vangen'.
'Ja maar, dat gaat niet', zei Stefansson verbaasd. 'Je kunt toch niet zien, wat er morgen zal gebeuren'.
'Dan is het ook geen wonderglas, wat je daar hebt', antwoordde de man teleurgesteld. 'Onze tovenaars kunnen dat wel. Die hebben tovermiddelen, waar door ze zien kunnen, wat er morgen zal gebeuren'.