Den distelvink(1649-1650)–Jacob Steendam– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 151] [p. 151] Avond-lied. Stemme: Pharao leyd versonken. 1. DE Son poogd te verdwijnen, En roofd ons haar gesicht. Komt gy ons weer beschijnen, ô Aller lichten-Licht! Die 't duyster hebt gesticht Den moeden-mensch tot rust Waar voor hy (na sijn plicht) U eeuwig dankbaar, kust. 2. Gy hebt den dach geschapen, Een ijder tot sijn werk: De nachten om te slapen, Met stilheyt: in haar perk. Geeft ons tot oge-merk, (Het zy men slaapt, of waakt) d' Op-bouwing van u Kerk: Wiens welvaart dat ons raakt. 3. Wat is hier's menschen leven? Een ijdel nietig niet: De dagen moeyten geven, De nachten veel verdriet: Wie dit recht over-siet Bevind d' ellendigheyt, Die ons het licht an-bied: Die ons den nacht toe-leyd. 4. Wy derven 't licht der Sonnen: En d' angename dach Schijnd nu als over-wonnen, [pagina 152] [p. 152] Van't bange wee, en ach! Noyt droever beeld men sach Als donkerheyt, en damp: Een voedster van geklach: Van ongeluk, en ramp. 5. Wild ons (Heer) niet verlaten Hier in dit tranen-dal: Daar zy op onse straten Moord-schrey, noch Naar-geschal: Dat wy (ô Groten Al!) Gezegend, rusten t' saam, Na dat men hebben sal Gebeden, uwen Naam. 6. Bewaard ons voor An-vechting, Voor Wan-schicht, en Gespook: Dat wy (door onder-rechting) Die tegen-strijden ook: Verdrijft den mist, en rook, Van ons seer blind- veruft: Dat graag u Woord ont-dook: En voor diens straffe suft. 7. Bewaard voor yd'le dromen, Voor Nacht-beeld ons ô Heer! Laat ons geen leet toe-komen: Bekoring, nimmermeer: Maar doet (tot uwer eer) Ons ziele wakker zijn, Als 't Lijf (na zijn begeer) In Rust is, vry van pijn. 8. Wild ô Heer! niet gedenken Ons gansche levens quaad: [pagina 153] [p. 153] Maar u vergeving schenken, Van yder bose-daad. Geeft ons in 't slapen, maat: Op dat wy (mogen) sien Den blijden dageraad: Die ons tot arbeyd dien 9. Laat ons geen dood ver-rassen, In slaap, noch sluymering: Maar dat wy daar op passen Met boet: voor alle ding. Dat ons geen vleysch en dwing Tot dart'le wulpse-lust: Op dat men morgen sing, U weldaad: elk bewust. Vorige Volgende