Den distelvink
(1649-1650)–Jacob Steendam– AuteursrechtvrijOp de voor-gestelde sin des Seg-bloems, tot Seg-waard.
| |
[pagina 182]
| |
2
De Paarden worden tot den strijd
Ga naar margenoot+Bereyd: en 't geen men heeft:
Maar gy (ô grote-God) gy zijt
Ga naar margenoot+Die d' overwinning geeft.
Ga naar margenoot+Daarom so roepen wy
V an: die men moet vresen:
Helpt Heer ons Prins so gy
Hielpt Josua voor desen.
3
Gelijk gy Heer hem (wonderbaar)
Hielpt tegen sijn Vyand:
Ga naar margenoot+Doen gy de Sonne hel, en klaar
Had op een stee geplant,
So lange tot dat hy
Was boven haar geresen.
Helpt Heer ons Prins so gy
Hielpt Iosua voor desen.
4
Dat hy (door onvermoeyde-vlijt)
Verkrijg de over-hand:
En Roey (als Iosua dier tijd)
Ga naar margenoot+d'Afgodery uyt 't Land:
Op dat u name, bly
Met juychchen, word gepresen.
Helpt Heer ons Prins so gy
Hielpt Iosua voor desen.
5
Seg-bloem: ik hoop dat mijn gebed
Is van den Heer verhoord:
Ik heb ge-yverd, en gelet
Op 't voorgestelde-woord.
Mijn galm komt van het Y
In 't singen, en in 't lésen.
Helpt Heer ons Prins so gy
Hielpt Iosua voor desen.
|
|