Den distelvink(1649-1650)–Jacob Steendam– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] Harders-klacht. Stemme: Vluchtige voetjes treet. 1. VLugtige Nimphje hoord, Wel Soetert waarom dus verstoord? Ey-lieve! luystert doch een woord: En loopt niet meer so schichtig voort. Let op mijn suchten, En schort u vluchten, Dus snel, door 't woeste veld: Waar mede gy mijn ziele queld: En so mijn vrolijk breyn ontsteld. 2. Waarom is dat gy vlied, En laat u Dienaar in 't verdriet? Die u van ver bedrukt na siet: En kan u achter halen niet. Ey! Hoort mijn schreyen, En wilt wat beyen: Ach schoonste Nimph vertoefd: Gy maakt u arme Slaaf bedroefd: Die niet dan weder-min behoefd. 3. 'k Lope, en ren en stijg, U na, die ik doch nimmer krijg. Siet hoe ik na mijn aassem hijg: So dat ik (schier) hier neder sijg. Ha! Vyandinne, Keerd doch u sinne: Siet wie voor Atrophs knield: Die van twee Beulen wort ontzield, Van u, en van den blinden Pielt. Haar tegen-sin, Heeft hem (geswin) Ontzielt door min. Vorige Volgende