Ruisend valt het graan
(1995)–A.C.W. Staring– Auteursrechtelijk beschermdHet weefgezang der Walkyren
| |
[pagina 77]
| |
Hela's web,
bloedrood van inslag,
10[regelnummer]
Randwer ten dood!
De lokken van krijgers
die 't scherp versloeg,
strekken tot schering -
bloedige spiesen
15[regelnummer]
de weefstoel tot treden.
Een rusting bekleedt
de wevende zusters.
Haar spoelen zijn pijlen,
zij slaan met zwaarden
20[regelnummer]
het zegeweb vast.
Hildur, Hiorthrimul,
Sangrida, Swipul
kwamen, en weven
met blanke zwaarden!
25[regelnummer]
Eer het zonlicht daalt
worden schilden gekliefd,
en pantsers doorboord;
en 't staal vaart neder
op klinkende helmen.
30[regelnummer]
‘Wij weven, wij weven
de webbe des slags!
Dit zwaard droeg voormaals
een koningszoon.
IJlt heen, ijlt heen,
35[regelnummer]
in de rij der krijgers
| |
[pagina 78]
| |
waar de onzen alreeds
van 't strijdvuur gloeien.
Wij weven, wij weven
de webbe des slags!
40[regelnummer]
Gunnur en Gondula,
ijlt, ijlt heen,
de koning ter hulpe! - -
Ziet gij haar ijlen? -
De koning is reeds
45[regelnummer]
gedekt met heur schilden!
Wij weven, wij weven
de webbe des slags!
IJlt heen, ijlt heen,
waar wapens klettren
50[regelnummer]
en helden kampen! -
Wij laten de dood
de koning niet treffen:
over leven en dood
gaat ons beschik.
55[regelnummer]
Het volk dat daar zwierf
in woest gebergte
zal 't vlakke beheersen! -
Verneem, o koning,
de mare u verkondigd:
60[regelnummer]
een flits kwam gevlogen;
uw vijand sneeft.
Ontroostbaar zitten
de zonen van Erin
en plegen rouw.
65[regelnummer]
En 't web is volweven:
| |
[pagina 79]
| |
het brede slagveld
met bloed geverfd.
Maar twist blijft woeden
van land tot land;
70[regelnummer]
't is ál verschrikking
waarheen wij zien!
Bloedige wolken
vliegen rondom.
Het zwerk is bespat
75[regelnummer]
met krijgersbloed
voorspellend wat nog
naar ons woord geschiedt.
Nu zingen wij zusters
een zegelied.
80[regelnummer]
Heil zij de koning!
Ook valle ons zusteren
heil te beurt!
En 't lied dat wij zongen
dat zing, die 't beluistert,
85[regelnummer]
gekeerd tot de zijnen,
de krijgeren voor.’
Zo zongen de zusters
en stegen te ros.
Hoog door de lucht
90[regelnummer]
met blikkrende zwaarden
reden zij heen.
|
|