Gedichten(1820)–A.C.W. Staring– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] De bruidegom aan Aurora. Blonde Auroor', uw' Tithom jeugd Moest voor lang vergrijzen; De eenzame echtkoets baart geen vreugd; En gij toeft te rijzen! Heeft een-droom u afgemat, Op uw kille rozen? Hield uw arm Cephaal gevat? Leer, bij Zeus! leer bloozen! 'k Zwijg; gij naakt! - 't Is Amors schuld, Zoo 'k uw rust kwam storen. Nimmer zal mijn ongeduld Weêr dien toon doen hooren. [pagina 89] [p. 89] Morgen, als hier 't kuisch gordijn Hymens kus omsluijert, Zal mijn prijs te grooter zijn, Hoe gij langer luijert. Vorige Volgende