Gedichten
(1820)–A.C.W. Staring– Auteursrechtvrij
[pagina 37]
| |
Groete, aan hare Koninklijke Hoogheid,
| |
[pagina 38]
| |
Als 't Wichtje, daar, met 's Moeders oog,
Ons zeegnend hart aan hing!
O weêrzien, na een scheidingsnacht,
Van tien paar jaren duur!
O berg op bergen tusschen ons,
Geslecht door Gods bestuur!
Nog blijft zij uit de wolk gestrekt,
De Hand, die 't Wonder deed! -
Haar weegschaal wikt; - Hij valt te ligt,
Wiens trots naast de Almagt treedt!
Haast boort de heldre Vreugdezon
De laatste neevlen door!
Zij streelde uw Jeugd, zij koestert ook
Uw Grijsheid met haar gloor.
Dat zoo de Spruit der Hope groei',
Ten wortelvasten Boom!
| |
[pagina 39]
| |
Europe, in schaduw van zijn kruin,
Weldra te feeste koom'!
Dat zoo des Hemels gunst op U,
O Koningszuster, daal';
En 's waerelds twist in vreê verkeer',
Opregt als onze taal!
|
|