Brieven (2 delen)
(1916)–A.C.W. Staring– Auteursrecht onbekendAan de Nationale Vergadering.400. Maarsseveen den 28 Aug. 1797:....‘het afleggen van eene verklaringGa naar voetnoot1), zonder welke het stemrecht niet uitgeoeffend, en gevolgelijk de mij opgedragen post niet kan aangenomen worden, strijdt te rechtstreeks met mijne begrippen over gewetensvrijheid, om mij toetelaten, dat ik de zorg voor 't Algemeene Welzijn, aan dìè Plaats, met ULr opvolgeren deele, welke de vereerende keus des volks Denzelven heeft aangeweezenGa naar voetnoot2). Het zij mij hierom gegund, Burgers Repraesentanten, mijne verknochtheid aan het heil der Maatschappij, door zulk eene Werkzaamheid alleen, aan den dag te blijven leggen, welke, minder gewichtig zijnde dan die ULn. | |
[pagina 291]
| |
bezig houdt, meer met de geringe maat mijner kennis en vermogens overeenkomt, en binnen Bepalingen blijft, waarin geen Belijdenis van mijne gedachten vereischt wordt, alvorens ik mijn' plicht als Burger dadelijk mag behartigenGa naar voetnoot1). Eene uitkomst zo gelukkig als beslissend kroon de voordzetting van ULr. arbeid! Dat vrijheid, orde en vreede het tegenwoordig geslacht eendrachtig vereenigen, en de herstelde welvaart een gelukkiger nakomelingschap, met bewondering en zegen, op dit Tijdvak terug doe zien! Dit is de vuurige wensch, Burgers Repraesentanten van ULr
eerbiedigen Medeburger. |
|