Brieven (2 delen)

Aan Ds. C. van Herwerden⁴⁾.

351. Wildenb. Aug. 1834:

Staring meldt dat in 1830 in Duitschland een gedenksteen voor den Protest. Martelaar Hendrik van Zutphen is opgericht. Hij wil zijn naam onder de Zutfensche inwoners doen herleven; het schrijven van een opstel bleek lastiger dan hij meende. Misschien wil v. H. er iets van maken. St. zendts een paar boekjes.

4) Geboren in Zutfen, sinds 1831 was hij predikant in Groningen. Er zijn 6 brieven van hem bewaard.

352. Wildenborch den 27 April 1835:

Staring heeft voor v. H. naar Zutfen geschreven⁵⁾; vooral den werkelijken naam van den martelaar zou hij graag willen weten, maar hij verwacht geen gunstig antwoord.

De opdracht neemt hij ‘met erkentenis’ aan. Wat het gedenkteeken betreft ‘hoe zoude ik mij verblijden, konde een zuil hem ter ere zonder iemands ergernis daar geplaatst worden!’

De Roomschen ‘zouden het Monument beschouwen als een belediging waar van zij zich op een of andere wijs hadden te wreken’.

St. twijfelt niet of v. H. zal genoeg hulpmiddelen krijgen⁶⁾.

5) Een brief van Lulofs, den Secret. v. Zutfen, is in klad bewaard.

6) Het resultaat was: Het aandenken van Hendrik van Zutphen door C.H. van Herwerden (met een opdracht aan Mr. A.C.W. Staring v. 18 Junij 1840). In den laatsten brief aan v. H. hoopt Staring dat het ‘een goed zaad zal strooijen in menig hart’, de uitgave zelf zag hij niet meer. In 1864 kwam er een vermeerderde en verbeterde druk van het boekje uit.