Brieven (2 delen)

[p. 257]

Aan A. de Jager¹⁾.

353. [Oct. 1834]:

Staring dankt voor het toezenden van het Magazijn²⁾.

Het doet hem genoegen dat De Jager een meer volledig Taalkundig Woordenboek wil samenstellen³⁾. Weiland⁴⁾ is te verbeteren ‘waarom ik dan ook sedert lang - hoe wel zonder mij opzettelijk daartoe te verledigen - begonnen heb aan te teekenen, wat mij in 't Woordenb. min gepast, min juist en klaarblijkelijk gebrekkig voorkwam. Een verwijt dat, mijnes inziens, ook door leeken aan hetzelve kon worden gedaan, is het opnemen van een aantal onwelvoegelijke, morsige en alleen uit den mond van 't gepeupel neêrgeschreven woorden’....

Staring is bezig een Zutphensch Idioticon te maken⁵⁾, maar hij mist veel onontbeerlijke glossariën enz.

1) 1806-77; in 1834 onderwijzer te Rotterdam. Er zijn 3 brieven van hem bewaard.

2) Taalkundig Magazijn (1834-41); Staring's bijdrage: Armvol of Arm vol? is te vinden I blz. 367.

3) ‘Uit mijn volle hart juich ik den grooten arbeid bij UwEd. onder handen toe!’.... luidt het in een volgenden brief.

4) P. Weiland: Ned. Taalk. Woordenboek (1793-1811). De aanteekeningen v. St. zijn bewaard. Van de Zutph. Woorden en van deze Aanteek. zond St. proeven aan De Jager.

5) De lijst van eenige ‘Woorden uit den Zutphenschen Tongval’ is bewaard evenals een ‘Bijdrage tot een Zutphensch Idioticon’ (in 1833 aan Prof. Tydeman als een proef gezonden).