Brieven (2 delen)
(1916)–A.C.W. Staring– Auteursrecht onbekendAan Brest van KempenGa naar voetnoot3) en Le Sage ten BroekGa naar voetnoot4).301. Wildenb. den 1 October 1831:‘Al wat ik van Dichtwerk met mijn naam wilde laten drukken is ter Pers. Maar ik had nog het bijgaande met - n - ondertekend stukjeGa naar voetnoot5) liggen; misschien zou dat in den Almanak voor Blijgeestigen wel een plaats kunnen vinden. Verkiest UWEd. daarvan geen gebruik te maken zo gelief hetzelve aan de vlam op te offeren’.... | |
302. Wildenb. den 22 Febr. 1833:‘Het inliggende StukjeGa naar voetnoot6) had ik eigenlijk voor den Muzen-almanak bestemd, maar deze meer als een geschenk voor Dames gebruikt wordende, kwam er bedenken op: of mijn amoureuse Non ook aan enkele mishagen | |
[pagina 224]
| |
zoude. Beter worde dan mijn Jaromir gewroken in het Boekje van den Heer Immerzeel niet gedrukt. Maar nu is de vraag, hoe het met de meerderheid der Lezers van den Almanak voor Hollandsche Blijgeestigen staat? Zouden dezen zich ook stoten aan Heleentje dat droomt een zoen te ontvangen, dan gelieve UWEd mij zonder enig bedenken mijn Rijmen en Bijlage terug te zenden. Misschien heb ik dan nog eene of andere Proza - maar deze niet gereed en mijne bezigheden vele zijnde gelief UWEd. geen staat daarop te maken’.... ....‘Waren UWEds Tekenaar en Graveur voor de Alman. Velijn of Bendorp, dan had ik een gezigtje van de plaats mede gezonden waarop Jaromir zijne victorie behaalt’.... | |
304. Wildenb. den 17 Aug 1833:‘Ik had geen Prozastukjen meer waarover ik konde beschikken, maar misschien zijn inliggende vertaalde Fragmenten bruikbaar voor den AlmanakGa naar voetnoot1). Men kan, dunkt mij, niet beter op zulke zotte praat van buitenlanders antwoorden dan met er om te lachen. Het schetsje van de plaats waar Jaromir zich wreekt zend ik niet. De Beeldjes zouden nog tot uwent in het landschap hebben moeten getekend worden, en daarmede verliep zeker te veel tijd’.... |
|