Brieven (2 delen)
(1916)–A.C.W. Staring– Auteursrecht onbekend
[pagina 187]
| |
III
| |
[pagina 189]
| |
Aan H.C.A. Thieme.Ga naar voetnoot1)254. 11 Novbr. '19:MijnHeer
Terwijl ik de eer niet heb mogen hebben om sedert voorleden Woensdag eenig antwoord op mijn Brief van UEd. te ontvangen zo min als de gecorrigeerde Proef neem ik de vrijheid UEd. te melden dat het niet van mijne convenientie is om mij eenige maanden lang met de geprojecteerde uitgave van mijne verzen te bekommeren, en dat zo UEd. iets pressanter aan de hand heeft, ik zeer gaarne mijne copie zal terug ontvangen om dezelve bij een ander ter perse te laten leggen’..... | |
255. [Ongedagteekend]:Staring ontdekt onbegrijpelijke slordigheden, hoewel hij de fouten corrigeerde. Hij geeft een beschrijving van de Titelbladzij en het Vignet. De krans moet bestaan uit: ‘lauwrierbladen, Roggenaren en Dennengroen’. Een takje van den groven Den teekent St. er naastGa naar voetnoot2). | |
[pagina 190]
| |
de Proeven gecorrigeerd weêr te kunnen zenden. Het is er nu, zo ik merk, op toegelegd om die Proeven niet voor Zaturdag te sturen - dan krijg ik ze namelijk Zondag en ik kan ze - zonder expresse naar Lochem niet eens op Maandag weêr bezorgen - dit is UWEd. bekend. Kort en zakelijk, Mijnheer, als ik Vrijdag de Proeven niet krijg zende ik geen Copij meer en UWEd. mag met het afgedrukte doen wat hij kan reserveerende ik mij hetzelfde regt met mijne reeds afgedrukte Copij’.... | |
257. 25 Octbr. '20Ga naar voetnoot1):Staring noemt een aantal drukfouten, hij ergert zich daarover. ‘Maar het is mij ook zo volkomen onverschillig als mij eindelijk deszelfs gansche Drukwerk is geworden’.... ....‘Eer de Lapperij aan 't licht komt dient evenwel ons contractGa naar voetnoot2) in behoorlijke form opgemaakt en getekend’.... | |
258. 11 Novbr. 1820:‘Ik verneem van goederhand dat UwEd. reeds mijne uittegeven Gedichten met name aan den zoon van Ds. Bierhaus te lezen heeft gegeven en mij dus bij slot ook nog het zo lang voorbereid en het zo lang aan mij onthouden genoegen ontrooft om mijne Kinderen en mijn Vrouw te verrasschen met hetgeen hùn in die gedichten aangaat. Mag ik U vragen wie u daartoe regt heeft gegeven?’ | |
259. 20 Maart 1821:Staring meldt dat mevrouw v. Balveren, de Heeren v.d. Muelen en v.d. Ende de exemplaren waarschijnlijk niet hebben gekregen. Ook Prof. Reuvens in Leiden niet en mevrouw v. Westervelt in Harderwijk. Hij verzoekt Thieme niet alleen te schrijven dat alles goed bezorgd is, maar er ook voor te zorgen. Als vergeten is een exempl. aan v.d. Hey te zenden, dan zal de beoordeeling in den Recensent het debiet niet verhoogen. |
|