Brieven (2 delen)
(1916)–A.C.W. Staring– Auteursrecht onbekendAan Mr. F. Böthlingk.Ga naar voetnoot4)168. Wildenborch den 12 Novbr. 1832:Weledelgeboren Heer
De ‘Heijlighe Maghet Gudula’ mij door UWelEdgebs gunstige intercessie zo luisterrijk verschenen, was mij ten uiterste welkom! Ik zeg op het hartelijkst dank, voor de moeite aan het copieeren der LegendeGa naar voetnoot5) te koste ge- | |
[pagina 99]
| |
legd. Na UWelEdgebs vertrek van hier, was ik dezelve vergeefs wijd en breed blijven zoeken. Moge Sinte Gudula zelve UWelEdgeb. levenslang belonen, door alle kaarslicht in uwe handen voor uitwaaien te behoeden; - want, heeft zij, volgens de Legende, den Boze met zijn uitblazen te schande kunnen maken, vòòr hare Canonisatie, zij zal, nà dezelve, het uitgaan van licht door een togtje wel weten te verhoedenGa naar voetnoot1). Bij onze gewone Avendmuziek wordt de trouwe ondersteuning van UWelEdgebs Talent zeer gemist; evenwel blijft de Piano altoos het kroontje op onzen dag zetten’.... |
|