Brieven (2 delen)
(1916)–A.C.W. Staring– Auteursrecht onbekend
[pagina 96]
| |
Aan Dr. E. WaardenburgGa naar voetnoot1).164. 27 Septbr. 1818:‘Weledelgeboren Heer,’ Staring dankt voor een teekening. ‘Het tekenen is bij ons nog niet in zijne volle regten hersteld dewijl mijn oudste Dochter van tijd tot tijd weder pijn aan de ogen voelt en de jongere de hare ook nog niet veel durft vergen! Mijne Kinders in de stad en Winand blijven aanhoudend de Kunst getrouw. De MuziekGa naar voetnoot2) houdt ons meer algemeen onledig. Maurits maakt goeden voortgang op de Fluit. Hugo die het aanzetten niet wel vatten konde is tot het Klavier overgegaan en ik vlei mij dat hij slagen zal. Dientje begint ook aardig daarop te spelen onder de leiding van hare oudste zuster. Ik heb Winand nu incognito aan de Noten - doch zal mijn taak weldra aan Caroline overdragen. Eenigen tijd geleden heb ik eene kleine CantateGa naar voetnoot3) (voor het Kersfeest) naar Nijmegen gezonden, waarvan ik de woorden voor vierstemmige Koraalwijzen heb ingerigt’..... ‘Dat bij Hollandsche liefhebberij voor het “bom! - bam!” - der Alexandrijnsche Distichons de Hexameters geen ingang vonden kan ik wel geloven - mijne JambenGa naar voetnoot4) zouden het ook zwaar te verantwoorden hebben zo zij eens den dag mogten zien. - Bij kleine porties aan het publiek toegediend zal de kost misschien door den tijd minder stuiten. Jammer dat een man als Bilderdijk het ijs niet breke!’..... Van tijd tot tijd hoopt St. iets van Waardenburg te mogen hooren. | |
165. [Jan. 1820]:Staring wil een van de stukjesGa naar voetnoot5) uit den bundel van 1820 gebruiken moet daarvoor een Duitsche vertaling hebben. Hij stuurt Waardenburg een proef en verzoekt die van taal en spelfouten te zuiveren. ‘Hoezeer veel Hoogduitsch lezende, heb ik mij nooit met opstellen in die taal beziggehouden, ook weet ik niet wat het poëtisch proza aan verkortingen duldt..... Ik | |
[pagina 97]
| |
heb dus ten uiterste UWEDgebs teregtwijzing nodig en verzoeke UWEDgeb. overtuigd te zijn dat ik geen schaduw zelfs van vooringenomenheid met eenig woord, enige uitdrukking, of wat het zijn mag, van mijne vertalings-proef hebbe’ Wanneer St. spreekt van den inhoud zegt hij: ‘De indruk van het geheel werkte zo geweldig op het hart van Peter dat hij den Admiraal Cruijs onmagtig in de armen viel. ScheltemaGa naar voetnoot1) vertelt dit eenvoudig - zo als Plutarchus den optogt met de Lyksbus van Philopoemen (wiens leven ik nu mede opnieuw weer gelezen heb) en beide de verhalen hebben ook dezelfde werking op mijn gevoel gedaan’Ga naar voetnoot2)..... |
|