Woord vooraf.
Hierbij bied ik den lezers brieven van Mr. A.C. W. Staring aan, door mij gekozen, gerangschikt en van noten voorzien. Voor nadere toelichting verwijs ik naar mijn inleiding, waar in een levensschets van den dichter het familie-archief en ander nieuw gevonden en reeds bekend materiaal verwerkt zijn en tevens een overzicht van de bronnen voor Staring-studie is gegeven.
Met warme gevoelens van dankbaarheid noem ik de familie Staring; zonder haar toestemming was deze uitgave onmogelijk geweest, zonder haar medewerking en hulp gebrekkig.
Mr. E.R.E. Brants, de bewoner van den Wildenborch, en de Heer J.H. van den Bosch, als ook Burgemeester en Wethouders van Arnhem vergunden mij met groote bereidwilligheid brieven die onder hen berusten, op te nemen. De familie Staring en Jhr. Mr. Rh. Feith te 's Gravenhage stemden er welwillend in toe, dat enkele portretten in hun bezit, ten behoeve van de illustraties, gereproduceerd werden.
Dankbaar herdenk ik ten slotte de medewerking die ik van vele zijden, niet het minst van het personeel onzer openbare bibliotheken, mocht ondervinden.
G.E. OPSTELTEN.