Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 134] [p. 134] Aen de Jonghmans. OM dat ick in een Vette Room, Die kost'lijck is seer selden koom, Soo pas ick weer op sulcken tijdt, Die in mijn sin veel meer verblijdt, En minder kost, ick ben gaarn by De Peer en Noten snoepery. Aen de Dochters. IN 't Voor-jaar, als de Pruym stondt schoon, Steld' ick de selfde vaack ten toon: Maar niemant ('t welck my wonder docht) Heeft doen het plucken oyt gesocht, Soo niemandt noch de noot aansiet, Soo raeckt mijn hert in groot verdriet. [pagina 135] [p. 135] Vorige Volgende