Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 132] [p. 132] Aen de Jonghmans. HOe wel 't een vreught is in de baan Te kaatsen en de bal te slaan: Soo is 't nochtans veel meer pleysier Te kaatsen met een Venus dier, In sulcken Baan, daar Koord noch Net Van doen is, maar het sachte bedt. Aen de Dochters. HEt Kaatsen staat my seer wel aan, Indien 't altijdt soo werdt gedaan, Als 'k laatst deed', met een Jongh-gesel, Hy gaf my op, ick wachten wel, Sijn ballen waren wellekom, Ick sloeg, soo 'k kost seer sacht weerom. [pagina 133] [p. 133] Vorige Volgende