Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Aen de Jonghmans. ICk Vis wel garen met den hoeck, Als byten wil de Baars of Snoeck, Maar of ick noch soo garen Vis, Wanneer der maar te Vog'len is, Daar is mijn hert meer toe gesindt, Als 't geene men ter Wereldt vindt. Aen de Dochters. ICk houw veel van de Vooren-vanghst, Noch meerder als een wacker Langhst, Des morgens vroegh, en 's avondts laat, Het Quartel-beentjen met my slaat: Noch beter is mijn hert te vreen, Als 'k Vincke met mijn Lief alleen. [pagina 103] [p. 103] Vorige Volgende