Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 100] [p. 100] Aen de Jonghmans. MYn Hert dat janckt na hooge Staat, En was seer gaaren in den Raadt: Doch hoe het gaat, of hoe het wil, 't Schijnt dat het gantsch niet lucken wil: Al heeft mijn hert twee vleugels aan, 't Is evenwel met my gedaan. Aen de Dochters. ICk sou wel mee sien na een Man, Die my tot Juffrouw maken kan: Maar 't is om niet: want of ick schoon My by de Grooten stel ten toon, Soo sackt mijn hert doch na de aarde, En schijnt by na geen Vulsbeer waardt. [pagina 101] [p. 101] Vorige Volgende