Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] Aen de Jonghmans. GElijck een Klock-hen haar gebroedt Seer nauw bewaart en wel op voedt, So is u hert, o Lammen Thijs! Oock steeds omtrent u Lange Lijs; Ghy koestert haar, en slaatse ga, Waar datse loopt: ghy volghtse na. Aen de Dochters. WEl Meysje ghy zijt wel bekent, En bent altijdt in Huys gewent; Een huys-hen benje, die op straat, Nimmermeer ofte selden gaat: U hertjen is genegen schijnt Tot yd'le sorgh die haast verdwijnt. [pagina 99] [p. 99] Vorige Volgende