Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 94] [p. 94] Aen de Jonghmans. GElijk het Muysjen in de Val Beklemt, benauwt wordt over al; Soo is mijn Hert beklemt van druck, En vreest altijdt voor ongeluck: Het geen ick vrees komt my steets t' huys, Seer selden ben ick sonder Kruys. Aen de Dochters. OCh was mijn Hertjen eens bevrijt Van dat het dus besloten leydt! Soo was ick vry. Maar hoe ick ren, Ick geensins my verlossen ken, Den Ingangh tot de Min was soet, Maer 't in zijn, is als bitter Roet. [pagina 95] [p. 95] Vorige Volgende