Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Aen de Jonghmans. MYn Hert dat vliegt waar dat ick ga, Het Lijf kan qualijck volgen na: Tot Luchtigh Spel, en licht gedans, Ben ick genegen; daar nochtans Mijn yd'le Hert niet eens en denckt Hoe dat het de Ziele krenckt. Aen de Dochters. OCh mocht ick eensjes onbevreest, Verkoelen mijjnen lichten geest, In 't dansen ende soet Gespringh, Met eenen rappen Jongelingh: Ick sou mijn Lijf en Leen seer wel En fraeytjes schicken na sulck Spel. [pagina 81] [p. 81] Vorige Volgende