Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Aen de Jonghmans. MYn Hert bemint het grof geluyt Van Trommel ende Duytsche Fluyt: Wanneer ick maar mijn stercke handt Mach bruycken voor het Vaderlandt: Als dan ben ick seer wel gemoedt, En soeck daar in mijn eer en goedt. Aen de Dochters. WEgh nu met dese wyse Lien, Die altijdt naar de Wijsheydt sien: Mijn hert bemint een brave Peer, En magh wel sien een Blanck Geweer; Of iemandt my den Degen biedt, Ick wijcke noch en vluchte niet. [pagina 37] [p. 37] Vorige Volgende