Steeck-boecxken, ofte 't vermaek der jeugdelijcker herten(1725)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Aen de Jonghmans. GEselschap dat ick hier vind' ontrent, Is dese Vent jou onbekent? Jan Sacht-hart hiet hy: want sijn hert Seer selden hart gevonden werdt; Maer draaght een Kussen, hoe het gaat Gestadigh met hem over straat. Aen de Dochters. IS sulcken Man niet wel bewaart, Die soo een Vrouw krijght op sijn haart, Wiens hertjen vreest voor eenigh leet, Als sy de drooge Aard' betreet? Voorwaar het is een armen bloedt, Die sulck een Staaltjen houden moet. [pagina 39] [p. 39] Vorige Volgende