Friesche lusthof
(1966-1967)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 232]
| |
[165] Harder-Liedtaant.Stemme: La Chime.
1.
Cluchtige, tuchtige Harderin;Ga naar voetnoot1
Toertige, boertige, vrolicke Maeghd,Ga naar voetnoot2
Seght, hoe lang sult ghy noch voor my de min
Veynsen, die ghy in 't harte draeghd,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Of ghy u quaet op myn gelaet,Ga naar voetnoot5
'k Weet dat ghy myn nochtans bemind,
Want het betoond my al watter woondGa naar voetnoot7
In u Valley, dat ghy myn besind.Ga naar voetnoot8
2.
Als myn u hondtje, dat plat-beckje siet,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
't Wiggeld, het waggeld, het wispeld syn staert,Ga naar voetnoot10
't Hippeld van vreughden, het strax na myn schiet,Ga naar voetnoot11
't Weet nau wanneer het sich selven bedaert;Ga naar voetnoot12
't Steeckt louter op syn geestige kop,Ga naar voetnoot13
Sonder dat ick 't aenroer of hou,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
En 't siet my an, niet anders, dan
Of het met vlyt my seggen wou,Ga naar voetnoot16
| |
[pagina 233]
| |
3.
Meend ghy dat Silvia quaed van u peynst?Ga naar voetnoot17
O neen, haer hartje dat brand als een vyer:Ga naar voetnoot18
Maer dat sy haer nu dus voor u veynsdGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Doetse quansuys om de manier.Ga naar voetnoot20
Dit syn de re'en; een Maeghd wil gebe'enGa naar voetnoot21
Wesen, en lang van haer Harder gevryd:Ga naar voetnoot22
Maer weet gewis, hoe schuw s' oock is,
Dat ghy haer seer behaeghlyck syt.Ga naar voetnoot24
4.
25[regelnummer]
Och kon ick spreken! of konde ghy maerGa naar voetnoot25
't Waggelen van mijn startje verstaen!Ga naar voetnoot26
Wat soud' ick u al verhalen van haer
Gluurtjes en suchtjes die naer u gaen!Ga naar voetnoot28
Titer ick sou strax al u rou
30[regelnummer]
Wenden in soete vrolickheyd,Ga naar voetnoot30
Wist ghy het geen dat sy alleenGa naar voetnoot31
Dickwils met tranen in d'oogen seyd.
5.
Titer is (seydse) myn hooghste vermaeck,Ga naar voetnoot33
Titer is al myns levens vreughd,
35[regelnummer]
Titer bemin ick, ick slaep of ick waeck,Ga naar voetnoot35
Altyd gedenck ick aen Titertjes deughd.Ga naar voetnoot36
Titertje vriend, die myn dus diend!
Ach! wat is 't my een groote smart,
Dat ick myn veyns aers als ick peyns!Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Want ick bemin u in myn hart.
| |
[pagina 234]
| |
6.
Silvia, waerom schept ghy dan geneughdGa naar voetnoot41
In u en myn te quellen beyd?
Keerd doch, en doet wat ghy wesen meughd,Ga naar voetnoot43
Soo sal in blydschap verkeeren ons leyd,Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Soo sullen wy dan zy aen zy
Leven in alle soete lust.Ga naar voetnoot46
Nu seght eens ia, myn Silvia,
Daer op word ghy van Titer gekust.Ga naar voetnoot48
|
|