Friesche lusthof
(1966-1967)–Jan Jansz. Starter– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 111]
| |
Claegh-liedt,aant.Over d'onthoofdinge van Arthur, Prinçe van Nortfolck,Stemme: Com Sheapherdes deck your heds.
1.
Lieflocksters van de min,Ga naar voetnoot1
Die voor syn soete krachten,
Bereydt huysvesting in
[74] het pit van u ghedachten,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Ach! treurd, klaeghd, weend, ick sie
elendigh hier verslagen,
De trouste Minnaer die
d'Aerdbodem heeft gedragen.
2.
Een Dienaer van syn Vrou,
10[regelnummer]
Van buyten en van binnen:
Standvastigh in syn trou,
En eerbaer in het minnen,
Soet-aerdigh, braef van geest,Ga naar voetnoot13
Wtmuntend' schoon van leden
15[regelnummer]
Is dese Vorst geweest,
Vol Konincklycke zeden.Ga naar voetnoot16
3.
Des' ongemeene man,Ga naar voetnoot17
Dit Beeld vol alle deughden,
De ware spiegel van
20[regelnummer]
De minnelycke vreughden,Ga naar voetnoot20
| |
[pagina 112]
| |
Die Venus tot een proefGa naar voetnoot21
Had van haer konst gekoren,Ga naar voetnoot22
Die heeft (ach! 't is te droef)Ga naar voetnoot23
Syn leven hier verloren.
4.
25[regelnummer]
Alleenigh, om dat hyGa naar voetnoot25
Geweest is wat te voorlickGa naar voetnoot26
In syne minnery,
Meer als hem was behoorlick;Ga naar voetnoot28
Doch 't ging in deughd en trou;
30[regelnummer]
Maer sonder raed van Vrienden,Ga naar voetnoot30
Dies hem den Hemel rouGa naar voetnoot31
In plaets van vreughd verlienden.Ga naar voetnoot32
5.
O, spiegeld u aen 't leedt,
Ghy ionge jeughd van desen,
35[regelnummer]
In 't minnen niet te heet:
Maer wel bedacht wild wesen,Ga naar voetnoot36
Volghd doch u vrienden raedt,
En wild de gaylheyd myden,Ga naar voetnoot38
Soo hebt ghy (hoe 't beslaet)Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Een toevlucht in u lyden.
|
|