lock als personage zijn verschenen. Pas in deze eeuw volgen enkele bewerkingen, waaronder het toneelstuk Der Kaufmann von Rom, oder, Shylocks Urgestalt uit 1925 van Sinoja (pseudoniem van Joseph Engel de Jánosi): het stuk gaat over de reeds eerder genoemde paus Sixtus v en zijn sluwe Salomonsoordeel in een juridische controverse tussen een christen en een jood (inclusief de eis van het pond vlees). In het toneelstuk The Lady of Belmont uit 1924 van Ervine wordt een poging ondernomen om Shylock te rehabiliteren. Het stuk speelt zich tien jaar na de gebeurtenissen in Shakespeare's tragedie af en eindigt met een ferme discussie over antisemitisme tussen Portia en Shylock. Andere voorbeelden zijn de toneelstukken Shylock's End uit 1971 van H.F. Rubinstein en Shylock's Revenge uit 1986 van David Henry Wilson. Verreweg de belangrijkste bewerking is echter geleverd door de Engelse toneelschrijver Wesker, die met zijn geëngageerde opvattingen veel stof deed opwaaien. Zijn stuk The Merchant uit 1976 is een rechtstreekse confrontatie met Shakespeare, geboren uit een typisch naoorlogse mengeling van linkse ideologieën en verzet tegen alles wat naar antisemitisme riekt. Wesker had reeds eerder, in 1972, een positief portret van de joden geschapen in zijn toneelstuk The Old Ones, maar The Merchant is een expliciete verdediging van een joods karakter à la Shylock.
In de muziekgeschiedenis heeft Shakespeare's Merchant of Venice veelvuldig als inspiratiebron gediend. Toneelmuziek werd onder meer geschreven door Arne 1742, Rabaud 1917, O'Neill 1922 en Nystroem 1936. Fauré schreef in 1889 muziek bij Haraucourt's bewerking van Shakespeare, Shylock, comédie en trois actes en bewerkte deze muziek in hetzelfde jaar tot een orkestsuite (op. 57). Ouvertures zijn bekend van Macfarren 1837, Castelnuevo-Tedesco (Il mercante di Venezia, op. 76, 1933) en Felix White 1937. Van Vaughan Williams is de bekende Serenade to Music voor zestien solostemmen en orkest (1938; orkestversie 1939). Opera's naar Shakespeare zijn geschreven door Pinsuti (Il mercante di Venezia, 1873), Sullivan 1871, J.B. Foerster (Jessika, op. 60, 1902-04), Humperdinck (Der Kaufmann von Venedig, 1907, op een libretto van Friedrich von Schlegel) en Taubmann (Porzia, 1916). Hahn, leerling van Massenet, nam in 1935 met de opera Le marchand de Venise, op een libretto naar Shakespeare door Zamaçoïs, stelling tegen de nieuwe muziek en hield vast aan tonaliteit, melodie en structurering van het muziekdrama door middel van aria's, recitatieven en ensemblepartijen. Castelnuovo-Tedesco nam na jaren de Shakespcare-stof opnieuw tot uitgangspunt en schreef Il Mercante di Venezia (1961).
In de cinematografie overheersen de verfilmingen van Shakespeare's toneelstuk: er is een Italiaanse versie van Falena (il mercante di venezia, 1911), een Duitse versie van Felner (der kaufmann von venedig, 1923) en een Franse versie van Billon (le marchand de venise, 1953) met Michel Simon als Shylock. Wilhelm verfilmde in 1913 een eigen variant onder de titel der shylock von krakau.
In de kunstgeschiedenis is Shylock bekend van afbeeldingen van beroemde acteurs in hun rol als vertolker van Shylock: er zijn onder meer portretten van de acteurs Kean en Henry Irving (door Henry Fitzgerald), maar wellicht het fraaiste voorbeeld is het schilderij Charles Macklin as Shylock in the Trial Scene from The Merchant of Venice uit 1775 van Zoffany, die ook een portret van Shylock en een van Shylock en Tubal maakte. Macklin was de eerste acteur die Shylock gestalte gaf als een waardige en tragische figuur; voordien was het gebruikelijk de jood als een figuur uit een klucht neer te zetten. Macklins optreden zorgde voor een ware sensatie in theaterminnend Londen en de uitbeelding door een van de meest gewaardeerde en succesvolle schilders van die tijd is dan ook niet verwonderlijk. Macklin figureert ook in het schilderij Macklin and Mrs. Pope as Shylock and Portia van Boyne. Voorts zijn er talloze afbeeldingen van scènes uit The Merchant of Venice,