lia in Berlin uit 1957 van Oelschlegel, dat zich in het door de Muur gedeelde Berlijn afspeelt, Rohan and Julia. Romeo and Juliet Today in Northern Ireland uit 1975 van Andrew Davies, Death Story uit 1972 van Edgar, dat eveneens in Noord-Ierland speelt, en Back-Street Romeo uit 1977 van Gooch, dat het Londense East End en de felle klassenstrijd als decor heeft. In 1989 verscheen een verhalenbundel van Bindseil onder de titel Romeo und Julia auf dem Wasser.
In de filmgeschiedenis zijn verfilmingen van Shakespeare en variaties op zijn verhaal zeer talrijk. Na een aanzienlijk aantal versies uit het tijdperk van de stomme film (zoals een eerste verfilming uit 1903, Thanhousers verfilming uit 1911, en Edwards romeo and juliet uit 1916, met filmdiva Theda Bara als Juliet) volgde in 1936 een zeer gevierde verfilming door Cukor, met Norma Shearer en Leslie Howard als allerminst jeugdige, maar toch overtuigende geliefden. Cukors film strijdt met twee andere versies om de eer de beste verfilming van het Shakespeare-stuk te zijn: in 1954 regisseerde Castellani giulietta e romeo en in 1968 werd de verfilming onder regie van Zeffirelli uitgebracht. Er zijn twee balletversies van het verhaal (op muziek van Prokofjev) verfilmd: in 1955 door de Russen Arnshtam en Lavrovsky en in 1966 door Czinner. Trommer verfilmde in 1941 het verhaal van Keller; Ustinov verfilmde in 1960 zijn toneelstuk Romanov and Juliet; in hetzelfde jaar werd het verhaal van Otčenášek verfilmd door Jiri Weiss. Onafzienbaar zijn de verfilmingen van een Romeo-en-Julia-achtig verhaal: van Zweden tot aan Thailand en India toe is de tragische liefdesgeschiedenis op het witte doek gebracht, vaak zo volledig aan de plaatselijke omstandigheden aangepast dat verwantschap met Shakespeare nog slechts met moeite te ontwaren is. Een van de meer interessante verfilmingen is les amants de vérone uit 1948 van Cayatte, een ‘film noire’ over de verfilming van Romeo and Juliet waarin de stand-ins van de sterspelers verliefd op elkaar worden. In Pinners televisiedrama if: a plague on both your houses (1976, later verschenen onder de nieuwe titel juliet and romeo) blijkt Julia nog net op tijd te zijn ontwaakt om de zelfmoord van Romeo te voorkomen: de handeling speelt zich twintig jaar na de gebeurtenissen bij
Shakespeare af.
In de muziekgeschiedenis is het verhaal van het ongelukkige liefdespaar vele malen getoonzet. Van de meer dan 25 opera's worden hier slechts de belangrijkste genoemd: in 1776 ging de eerste opera naar de stof in première, Romeo und Julie van Benda, op een libretto van Gotter; in 1830 volgde de opera I Capuleti e i Montecchi van Bellini op een libretto van Romani, en in 1867 schreef Gounod de opera Roméo et Juliette op een libretto van Barbier en Carré. Verdere interessante opera's schreven Sutermeister 1940, Malipiero 1950 en Blacher 1950 (strikt genomen geen opera, maar een ‘scenisch oratorium’). De Engelse componist Frank Delius schreef in 1907 een opera naar de novelle van Keller.
Berlioz schreef in 1839 Roméo et Juliette, een symfonie voor solostemmen, koor en orkest op tekst van Shakespeare. In 1870 volgde Tsjaikovski op instigatie van collega-componist Balakirev met een fantasie-ouverture. De Engelse componist Lambert schreef balletmuziek in opdracht van Diaghilev en zijn beroemde Ballets Russes. Ook Prokofjev schreef balletmuziek (1934) bij de stof. De Rus Kabalevski schreef in 1956 een symfonisch gedicht. Verder schreven componisten als Arne, Boyce en Humperdinck toneelmuziek, en schreef Milhaud filmmuziek.
In de beeldende kunst zijn schilderijen naar de Shakespeare-stof bekend van Ingres, Seignemartin, Mather Brown (Romeo, Juliet, and Friar Laurence, ongedateerd, Royal Shakespeare Theatre Picture Gallery, Londen), Wyatt (Juliet, 1832, Birmingham City Museum), Henry Thomson (Juliet after the Masquerade, 1825, Walker Art Gallery, Londen), Briggs (Juliet and the Nurse, 1827, Tate Gallery, Londen), Elmore (Romeo and Juliet, ca.