gelaten, zich voor eenieder die het wil horen uit tegen Cordelia's machtsmisbruik. Cordelia komt naar hem toe om hem onder dreiging van de doodstraf van verder verzet af te houden, maar faalt. In de
laatste scène zien we Lear opnieuw bij de muur, maar ditmaal met de intentie het symbool van machtsmisbruik af te breken. Hij komt niet ver in zijn poging en wordt door een van de te werk gestelde arbeiders gedood.
In 1974 ging het toneelstuk The Royal Fool van Rony Robinson in première: van dit ongepubliceerde drama verscheen in 1979 een roman versie met als titel A Time of Bears. Robinson greep niet alleen terug op Shakespeare, maar ook op het anonieme treurspel over Leir uit 1594 en gaf uitgebreid aandacht aan de nevenfiguren - met name de nar en Cordelia - uit de oorspronkelijke stukken. De schrijfster Van Dullemen schreef in 1986 haar roman Het gevorkte beest rond een groep acteurs die onder leiding van een veeleisende Duitse regisseur een eigenzinnige visie op Shakespeare's drama trachten te verwezenlijken. In 1990 verscheen het toneelstuk Seven Lears van Howard Barker.
Van de verfilmingen van de Lear-stof zijn er drie van meer dan gemiddeld belang: de verfilming van Brook uit 1970, met Scofield als Lear, de verfilming van de Rus Kosintsjev uit 1970 onder de titel karol lir, die door sommigen als de beste wordt beschouwd, en de verfilming van de Japanner Kurosawa, ran uit 1985, die de handeling transponeerde naar de wereld der samoerais. Ook Godard verfilmde de stof (1987).
In de muziekgeschiedenis is Lear onderwerp geweest van diverse opera's, onder meer van Séméladis (Cordélia, 1854), Cagnoni (Re Lear, ca. 1860), Reynaud (Le roi Lear, 1888), Cottrau (Cordelia, 1913), Ghislanzoni (Re Lear, 1937) en Frazzi 1939. Verdi heeft schetsen gemaakt voor een opera. De meest recente muziekdramatische bewerking van de stof is van Reimann, wiens Lear. Oper in zwei Teilen nach William Shakespeare op 9 juli 1978 in première ging. De librettist was Henneberg. Orkestrale muziek bij de stof werd geschreven door Haydn (toneelmuziek), Granville Bantock (ouverture), Berlioz (ouverture), Balakirev (ouverture en toneelmuziek), Felix Weingartner (symfonisch gedicht), Dukas (ouverture), Sjostakovitsj (filmmuziek) en Schulz-Beuthen (Zesde Symfonie naar King Lear). Ook Debussy heeft zich met Lear beziggehouden. Zijn Le roi Lear uit 1904 is echter onvoltooid gebleven: van de zeven delen werden er twee ‘Fanfare d'ouverture’, ‘Le sommeil de Lear’ voltooid en in 1926 georkestreerd door Roger-Ducasse. Liederen werden geschreven door Bridgewater en Castelnuovo-Tedesco.
In de beeldende kunst is Shakespeare's drama uitvoerig aan de orde gekomen. De romantische en heroïsche behandeling van Lear in het schilderij King Lear Weeping over the Body of Cordelia (1774, Tate Gallery, Londen) van Barry toont diens invloed op Lear and Cordelia van Blake. Het schilderij Lear and Cordelia (1784, Huntington Library and Art Gallery) van Benjamin West werd vervaardigd in opdracht van de Russische tsarina Catharina ii. De dood van Cordelia was het onderwerp van een schilderij van Falconer Poole (1850, Victoria & Albert Museum, Londen). Ford Madox Brown schilderde Cordelia's Portion in 1867 (voltooid 1875, Southampton Art Gallery) en Cordelia at the Bedside of Lear (1849, Tate Gallery, Londen). Het schilderij King Lear in the Storm (1767, National Gallery of Scotland, Edinburgh) van Runciman is een onconventionele voorstelling, die in haar realisme los staat van de in die tijd gebruikelijke theateruitbeeldingen, zoals Benjamin Wilsons Garrick as Lear uit 1762 of Bleecks Mrs. Cibber as Cordelia in Nahum Tate's Adaptation of ‘King Lear’ uit 1755. Andere bekende kunstenaars die zich met Lear hebben beziggehouden zijn Füssli, Joshua Reynolds (Lear in the Storm), Boulanger (Episode du Roi Lear) en Romney. Van de Victoriaanse fotografe Pattle Cameron is er een kunstfoto met als onderwerp Lear die zijn rijk verdeelt onder zijn drie dochters. Boek-