varra, de latere Hendrik iv. De aanvoerder van de katholieke partij was de hertog van Guise. In augustus 1572 waren de belangrijkste vertegenwoordigers van beide kampen in Parijs bijeen om het huwelijk bij te wonen van de katholieke Margaretha van Valois, zuster van Karel ix, met de protestant Hendrik van Navarra. Toen een poging om Coligny te vermoorden mislukte, wist Catharina haar zoon ertoe over te halen om een slachting aan te richten onder de hugenoten. Deze furie, die in de Bartholomeusnacht (23 op 24 augustus) van 1572 om 3 uur begon en zich daarna over het hele land verspreidde, kostte het leven aan naar schatting 20.000 protestanten die weigerden hun geloof af te zweren. Ook Coligny kwam om, maar Hendrik van Navarra bekeerde zich en werd aldus gespaard.
De Parijse Bloedbruiloft, zoals deze Bartholomeusnacht ook wel wordt aangeduid, inspireerde een protestantse dichter als de Elzasser Fischart tot gedichten die zich fel tegen Catharina de Médicis richtten. D'Aubigné ruimde in 1616 een belangrijke plaats in voor de gruwelijke gebeurtenis in Les tragiques, het belangrijkste (satirische) werk over de Franse godsdienstoorlogen.
Van Christopher Marlowe werd in 1593 een toneelstuk over de slachting opgevoerd onder de titel The Massacre of Paris. In deze tragedie, die slechts als verminkte tekst is overgeleverd, ligt de nadruk op de figuur van de hertog van Guise, die (als zovele protofaustische helden bij Marlowe) zowel door bruutheid en nietsontziende machtswellust als door een bewonderenswaardig idealisme wordt gedreven. In Barclay's roman Argenis uit 1621 werden de misstanden aan het hof van Karel ix beschreven; op de vertaling van dit werk door Opitz 1626 baseerden Flayder 1626 en Christian Weisse 1684 hun dramatiseringen. In de barokdrama's van Rodius (Colignius, 1615) en Nathaniel Lee (The Massacre of Paris, 1690) staat de heroïsche, stoïcijnse martelaarsfiguur van de hugenotenleider Coligny centraal.
De Engelse vertaling uit 1607 van L'inventaire général de l'histoire de France van Serres en Matthieu vormde het uitgangspunt van een tragedie in twee delen van Chapman, onder de titel The Conspiracy and Tragedy of Charles Duke of Byron (1608). In dit treurspel zet de Franse hertog Biron een samenzwering tegen Hendrik iv op die echter wordt ontdekt: de koning schenkt hem gratie, maar als Biron voor de tweede maal snode plannen smeedt, wordt hij ter dood veroordeeld en geëxecuteerd. De Franse ambassadeur tekende destijds te Londen officieel protest aan tegen het feit dat een Engelse schrijver een nog in leven zijnde vorst ten tonele had gevoerd. Een van de thema's uit Chapmans toneelstuk, Hendriks grote voorliefde voor vrouwen, die hem in Frankrijk de bijnaam ‘le Vert-Galant’ bezorgde, keerde terug in het toneelstuk The Noble Spanish Soldier uit 1631, dat onder de naam van Dekker werd uitgegeven, maar aan Rowley moet worden toegeschreven.
Voltaire schreef een episch gedicht in alexandrijnen, La Henriade (in 1723 verschenen onder de titel La Ligue ou Henri le Grand), en toonde Hendrik iv als de verlichte monarch die een einde had weten te maken aan de godsdiensttwisten die Frankrijk zolang hadden beheerst en verdeeld. Met zijn onmiddellijke voorganger op de Franse troon, Hendrik iii, belegert hij Parijs, waar de katholieken van de harde lijn, verenigd in de ‘Ligue’ onder leiding van de hertog van Guise, in opstand zijn gekomen tegen hun koning die zij te toegeeflijk vinden tegenover de hugenoten. Hendrik van Navarra wordt naar Engeland gezonden om de hulp van Elisabeth i in te roepen. Aan haar hof doet hij het relaas van de Bartholomeusnacht en van de gruweldaden tegen de protestanten in de jaren daarna. De Ligisten vragen op hun beurt Rome om hulp. Hendrik iii sterft door de moordenaarshand van een dominicaner monnik. Na vele veldslagen te hebben geleverd, slaagt Hendrik erin de Franse troon veilig te stellen, en als hij eenmaal (opnieuw) tot het katholieke geloof is bekeerd, ontvangt de Parijse be-