Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater
Afbeelding van Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theaterToon afbeelding van titelpagina van Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.21 MB)

Scans (31.64 MB)

ebook (9.74 MB)

XML (1.03 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van Abélard tot Zoroaster. Literaire en historische figuren vanaf de renaissance in literatuur, muziek, beeldende kunst en theater

(1994)–Peter Altena, Léon Stapper, Michel Uyen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Alboin & Rosamunde]

Het verhaal van alboin & rosamunde houdt verband met enkele historische gebeurtenissen in de 6e eeuw n.C. Alboin was koning der Longobarden en leidde deze Westgermaanse volksstam in 568 zuidwaarts, richting Noord-Italië, dat hij grotendeels aan zich onderwierp. Hij stichtte een rijk met als hoofdstad Pavia. Na de dood van Alboin viel het nieuwe rijk verdeeldheid ten prooi, maar het duurde nog tot 774 voordat er een defini-

[pagina 20]
[p. 20]

tief einde kwam aan het zelfstandige Longobardische Rijk.

In de succesvolle strijd tegen de Oostgermaanse Gepiden had Alboin zijn tegenstrever Kunimund, de koning der Gepiden, gedood. Na afloop van de strijd betrapte Alboin Kunimunds dochter Rosamunde, toen zij het lijk van haar vader trachtte te begraven. Om de vrede tussen beide stammen af te dwingen, nam Alboin deze koningsdochter tot vrouw: Rosamunde stemde in schijn met het huwelijk in. Tijdens de huwelijksceremonie dwong Alboin zijn vrouw op wrede wijze te drinken uit een beker, gemaakt uit de schedel van haar vader, waarop Rosamunde in stilte wraak zwoer. Zij slaagde erin twee stamgenoten en vertrouwelingen van Alboin voor zich te winnen en zette hen aan tot samenzwering en moord op Alboin (572 n.C.). In een historisch weinig betrouwbare variant vond de scène rond het drinken uit de schedel plaats tijdens het vieren van de overwinning in Noord-Italië. De moordenaars vluchtten naar Ravenna, een staat die eveneens onder de Longobardische veroveringszucht te lijden had gehad. Longinus, de vorst van Ravenna, zag in de komst van de moordenaars een kans om de Longobarden te verdelen en hun macht te breken. Zijn sluwheid resulteerde echter uitsluitend in de dood van een van de moordenaars, Helmichis genaamd, en van Rosamunde (door de gifbeker).

 

Reeds in de 8e eeuw ontstond de eerste verdichting van de gewelddadige geschiedenis van Alboin en Rosamunde: Historia Langobardorum van Paulus Diaconus. De meest uitvoerige belangstelling voor het bloedige drama van wraak en vergelding is echter getoond in de 16e en 17e eeuw. Boccaccio ontfermde zich over de stof in De casibus virorum illustrium (Over de lotgevallen van beroemde mannen, 1356-73), gevolgd door Machiavelli (Istorie fiorentine, 1532) en Bandello (Novelle, 1562). In 1515 verscheen de eerste en in veel opzichten bepalende toneelbewerking, Rosmunda van Rucellai. Rucellai's werk vormde overigens samen met de tragedie Sofonisba van Trissino de basis voor het zich ontwikkelende classicistische drama, hetgeen onder meer te zien is aan de verbinding van de Rosmunda-stof met motieven uit de Griekse tragedie (met name Antigone) en de strikte toepassing van de Aristotelische voorschriften inzake de eenheid van tijd, plaats en handeling. Van psychologische duiding is in Rosmunda echter geen sprake: het drama blijft beperkt tot de abstracte tegenstelling tussen goed en kwaad, en tot de constatering dat de ene gewelddaad slechts de andere oproept. In 1555 bewerkte Sachs de stof eveneens in een tragedie en voorts in twee gedichten.

Hoe snel de stof zich heeft verbreid, wordt duidelijk uit een korte opsomming van verdere bewerkingen van auteurs van uiteenlopende nationaliteit. In Engeland verscheen in 1629 een toneelstuk van Davenant, The Tragedy of Albouin, king of the Lombards; daarnaast is er een omstreeks 1610 geschreven tragikomedie van de Elisabethaanse toneelschrijver Middleton, met als titel The Witch (in 1778 voor het eerst in druk verschenen); in Spanje schreef Rojas Zorrilla rond 1650 het drama Morir pensando matar (Sterven terwijl men denkt te doden); de Zweedse tragedie Rosimunda uit 1665 van Hjärne, dat te beschouwen is als het eerste classicistische drama, is een voorbeeld van een wraaktragedie; het was overigens een bewerking van een in 1621 in de Nederlanden verschenen en in het Latijn geschreven drama Rosimunda tragoedia van Van Zevecote; tot slot scherpte de Italiaan Soderini in zijn toneelstuk La Rosimunda uit 1683 de gewelddadige dramatiek van het verhaal aan door Rosamunde in conflict te brengen met haar eigen dochter.

In enkele 18e-eeuwse bewerkingen werd de figuur van Rosamunde verder gedramatiseerd door haar ten tonele te voeren als een op wraak zinnende vrouw en stiefmoeder. Bij Weisse (Rosemunde, 1763) wordt Rosamunde afgeschilderd als een door jaloezie verteerde vrouw, die haar stiefdochter Albsuinda (Albiswinth) wil vermoorden, terwijl de Italiaan

[pagina 21]
[p. 21]

Alfieri in zijn toneelstuk Rosmunda uit 1783 in de voetsporen van zijn landgenoot Soderini treedt en Rosamunde daadwerkelijk haar stiefdochter (en haar echtgenoot) laat doden. Het oorspronkelijke thema van de door Alboins wreedheid in gang gebrachte opeenvolging van gewelddaden is hier duidelijk te herkennen. Overigens kan in het thema van de bloedwraak verwantschap worden gezien met het bloedige drama rond het geslacht der Nibelungen, maar van een verbinding tussen beide verhalen is geen expliciet voorbeeld bekend. In Nederland verschenen twee toneelbewerkingen van respectievelijk Struijs (Alboin en Rosimunda, 1631) en Wynbeek (Albonus en Rosamund, 1770).

In de 19e eeuw zijn het in Duitsland vooral de bewerkingen geweest van Fouqué 1813, de gebroeders Grimm (in Deutsche Sagen, 1816-18) en Uhland, die de verhaalstof ongekend populair hebben gemaakt. Een nieuw element deed hierbij zijn intrede: er is sprake van ware liefde tussen Alboin en Rosamunde, een liefde die echter omslaat in haat als Alboins wreedheid wordt geopenbaard. Rosamunde krijgt in deze en in de talloze navolgingen een edeler rol toebedeeld dan tot dan toe het geval was. Pogingen zijn ondernomen om haar vrij te pleiten van moord of om haar noblesse uit te laten komen door haar zelfmoord te laten plegen, zoals in de opera Alboin und Rosamunde uit 1834 van Miltitz. Bij deze Duitstalige navolgingen gaat het overigens in vrijwel alle gevallen om auteurs van het tweede garnituur.

Ook buiten Duitsland blijft de stof in trek, alhoewel ook daar zelden bekende namen worden aangetroffen. De Oostenrijker Schuster schreef in 1884 een tragedie Alboin und Rosimund, in Spanje werd de stof tweemaal in romanvorm verwerkt (1839 en 1844) en in Engeland gaf de bekende dichter Swinburne in 1899 zijn dichterlijk-dramatische visie op de gebeurtenissen in zijn versdrama Rosamund, Queen of the Lombards.

Operabewerkingen zijn bekend van de hand van Brancaccio 1825, Alary 1840, Ludwig Eichrodt 1865 en Zigany 1892. In 1961 werd het verhaal verfilmd door Campogalliani onder de titel rosmunda e alboino, met Jack Palance als Alboin.

Miklautz 1910; Lang 1938


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken