Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 755]
| |
Toon: O grootheid van Gods liefd, &c.1. DE Weereld staat in vuur, de beide poolen rooken,
Den Heemel sweet van angst, de woeste golven kooken,
De stroomen droogen uit, het aard-rijk al verschrikt
Berst beevende van een, de sterren moe geblikt
2. Staan doof en zonder glans, de Rechter in de wolken
Roept al de Weereld t' zaam, daagd allerhande volken,
Slaat wet en weet-boek op, wijst streng den zondaar aan,
Daar wat hem stond te doen, hier wat hy heeft gedaan.
3. Laat zich van geenen schijn verblinden of verdooven,
Ziet schepter aan noch schup, ziet hutten aan noch hooven:
Maar keurende naa 't hert elks uitterlijke daat
Zegt tot de schaapen, komt; zegt tot de bokken, gaat.
Dewijle dan deeze dingen alle vergaan, hoedaanigen behoord gy te zijn in heiligen wandel ende God-zaaligheid. 1 Petri 3. Vers 11.
EINDE |
|