Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 716]
| |
Voiz: Hoe dus bedroefd Leeurik. Of: Eedel Artisten koen.Mensch.
1. WAt is het looven ook!
Waar zijn nu onze vrinden:
Vergaan gelijk een rook
Die wy niet meer en vinden:
Hoe zeer zy ons bevielen
Dat voeld het vleesch met pijn;
Ach af-gestorven zielen!
Hoe magt nu met u zijn?
Antwoord.
2. Veel beeter als het plag,
Wy zien uit klaarder oogen
In eenen schoone dag;
All' on-rust is vervloogen:
Hoe zal men 't u verbeelden,
Wy hebben wat ons lust,
Wy smelten in de weelde
Van eene zoete rust.
Mensch.
3. Gy rust in 't hoogste goed,
| |
[pagina 717]
| |
Maar wy noch hier gevangen
In 't aardze vlees en bloed,
Wy zuchten uit verlangen,
Om u daar eens te vinden
In 't schaadulooze licht,
Wy zien hier noch als blinden
Met scheemerend gezicht.
Antwoord.
4. Wy wenschen dat gy waard
Daar wy ons nu bevinden,
Verheerlijkt en verklaard,
Veel naader ons beminde;
Die ons met zijnen bloede
Zoo dier-baar heeft gekocht,
Die ons zoo lange hoede
En hier in vreede brocht.
J.L. |
|