Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 575]
| |
Op de wijze: Van den xv. Psalm.1. WAnneer den tijd en dag komt we'er,
Dat men ter Weereld wierd gebooren,
Is 't een gebruik van lang en veer,
(Dog niet al-tijd naa Christus leer)
Een luk en zeegen-wensch te hooren.
2. Maar geen geluk en kan bestaan,
Noch waare vreugd in 't herte baaren,
Wanneer men treed op slimme pa'en,
En vast aan 't quaade, niet wil gaan,
Om zich met God en 't goed te paaren.
3. Zoo is die wensch dan niet vol-maakt,
Die alleen noemd geluk en zeegen,
En 't pad daar toe niet aan en raakt,
Maar in der daad in 't hert verzaakt
En spreekt zich onder-tusschen teegen.
4. Ik wens dan dat uw jaarigheid
(Om een veel beeter wensch te wenschen)
U stof van zijn tot dankbaarheid,
En baaren mag gehoorzaamheid,
En liefd tot God en alle Menschen.
5. By wien dit eens recht steede vat,
Dien kan noit luk of heil begeeven.
Dus gaat men langs het rechte pad,
Dit is de weg naa Goodes stad,
Om eeuwelijk met Hem te leeven.
J.R. |
|