Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Vermaan tot proeve voor 't Avondmaal. Stem: Tot u o Heer! roep ik wil my verhooren. 1. AI broederschap! Keer 's herten oog naa binnen, Beschouw u zelfs eer dat men zal beginnen Ten dis te tre'en aan 't Avondmaal des Heeren: Zal 't dank-bewijs der Christenen vereeren, Zoo toetz uw doen, uw herts gepeinz en poogen Als in 't gezigt van d' al-door-straalend oogen: Weeg alles nauw in zuiv're reedens schaalen Ten proef, of 't wicht eens waarden gasts mag haalen. 2. Leefd uw geloof; 't geloof dat Christus sterven God heeft verzoend, 't herleeven, en beerven Van Goodes troon, u verder moet bevrijden Van zond en straf, jaa eeuwig doen verblijden: Is ook uw ziel om haar mis-drijf verslaagen En wilze God, door lout're deugd, behaagen, [pagina 559] [p. 559] Zoo tree vry aan, als 's Heeren waarde gasten, Om 't heilig brood ook heilig aan te tasten. 3. Maar eene ziel met zonden over-laaden En noch geneigd tot Goddelooze daaden, Dat die toch schrik voor Goodes dreigend oordeel En hou zich af: want geenig heil of voor-deel Kan 't schoon vertoon van 't veinzend herte geeven; Wijl God verfoeid 't geveinsd deugd-schijnend leeven; Iaa 't grootste leet dreigd aan geveinsde zielen, Wanneer zijn wraak al 't booze zal vernielen. 4. Doch d' broederschap of recht Gods-gezinden, Die 't herte rein den Geest geheiligd vinden; Maar echter noch om hunne swakheid treuren; Dat die hun hert ootmoedig op waards beuren, En naad'ren God om zijn gena'e t' erlangen, Om ook zijn Geest in hunnen Geest t' ontfangen? Want met genaad en 's Geestes vriendlijkheeden Begunstigd God de rechte Christen leeden. Gebed op 't voor-gaande. 5. Gunst-rijke God! Gy Heer van alle Heeren! Doe toch uw oog' en ooren tot ons keeren: Aan-zie uw volks verslaagen need'rig herte, Gewond door schuld, vervuld met rouw en smerte. Verhoor 't gesmeek, wy bidden om genaaden, Wild onzen Geest toch reinigen en baaden In 't bloed uws Zoons gestort om onze zonden. [pagina 560] [p. 560] Geneez, o God! geneez der zielen wonden. 6. Zen ook uw Geest uit 's Heemels throon van booven In onze ziel, laat die in ons verdooven D' onstooken drift tot achtings yd'le eere: Dat Hy toch twist en all' on-aandacht weere, En 't hert vervul met ernst in heil'ge zaaken, Iaa laat Hy ons door liefd een lichaam maaken, En eenen Geest door onderling verdraagen: Zoo zal U, Heer! 's liefds teiken ook behaagen. 7. En onz gemoed in heilige gedachten Zal op-geschort naa uw gemeinschap trachten: En oogen sta'ig, wijl 't avond-maal zal duuren Op 't deerlijk lot, dat Iesus moest bezuuren, En op al 't heil dat Christus dood doet koomen, Door uwe gunst op 't lichaam van de vroomen. Iaa uwen lof zal 't dankbaar hart uit-rijzen Om uwe liefd in Christus dood te prijzen. 8. Wild dan, o God! uw gunstighe'en betuigen, Een Vaaders hert tot die haar voor U buigen: Want 't wijl uw liefd in 't hoogste top-punt steigerd, Wort noit uw gunst d' ootmoedigen geweigerd. Verhoor dan Heer! verhoor 't gesmeek en bidden, Begunstig ons, weez onder ons in 't midden, Wild uwen Geest in onzen ziel verleenen, Op dat w' in liefd al t' zaam het U vereenen. Amen. J.B. Vorige Volgende