Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 529]
| |
Stemme: Elk heeft zijn byzonder drijven.1. WAarde waare Christen harten
Minst bemind op deezer aard,
Meest verschooven en on-waard.
Laat u dat om u niet smarten,
Maar om die bedrijf de zond:
Leer, vermaan tot aller stond.
2. Denk niet, laat de leeraars leeren,
Die daar toe verkooren zijn,
Niemand acht het schier van mijn:
Hoor en leer van uwen Heere,
Dat het is een yders plicht,
Om te lichten met zijn licht.
3. Hier en is niet toe van nooden
Menschen zending, heerschappy,
Die geweld heeft op de zy,
Om te bannen of te dooden;
Maar het geestelijke woord,
Uit des Heeren mond gehoord.
4. Dat door geest en zeenu heenen
Scherper als een snijden swaard,
Wel-begreepen, heenen vaard.
Wild het zelve niet verkleenen
Door mis-duiding in uw hart,
Dat het niet verminderd werd.
5. Konde Petrus door die leere
Te verkonden met den mond
Openbaar tot eender stond,
| |
[pagina 530]
| |
Zoo veel zielen doen bekeeren;
Door de zelfde kracht en geest,
Kan noch (die daar is geweest)
6. Uwen yver deugde werken.
Schaam u niet, 't en is geen schand,
Dat men 't woord des Heere plant.
Moogt gy 't nu niet in de kerken,
Die gesticht zijn voor 't gemeen,
Weez met minder plaats te vre'en.
7. 't Schijnt wel by d' Apost'len tijden,
Dat men vryheid gaf en had
Onbekend in elken stad:
Nu en zoud men dat niet lijden,
Schoon of 't een Apostel waar,
Dat hy sprak in 't openbaar.
8. Laat uw hert dat niet ont-stellen,
Is 't de leer te kort gedaan,
Den Gebieder ziet het aan,
Die zal 't oordeel daar van vellen,
Wee den geenen! Die zoo mist,
Dat hy teegen waarheid twist.
9. Waarheid zal wel waarheid blijven.
Waar-om of men vrijheid vreezd?
Komt dat uit geen ander geest?
Is 't ook om het volk te stijven
In bevatting, die men drijft,
En met on-verstand by-blijft?
10. Kan men niet wel deugdig leeven,
Zonder dat naa uw verstand
Die bevatting word geplant?
Wat kan dan het twisten geeven?
't leeven is ons toe-bereid
Op de waare heiligheid..
11. Lieve! laat ons dan niet twisten,
| |
[pagina 531]
| |
't Noodige ter zaaligheid,
Is toch klaar genoeg gezeid,
't Past niet voor een waare Christen:
Maar 't verdraagen zonderling
Is by God een dierbaar ding.
C.P.O. |
|