Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijStemme: Meenenaars u verkleend, &c. Ofte: Van Helena.1. GY yveraars gemein,
Die yverd om het goed,
Al is uw hoopken klein,
Hou al-tijd goeden moed,
Wild reine liefde zoet
Onder malkander draagen,
Zoo zal uw yvers gloed
God uwen Heer behaagen.
2. Met broederlijke aart,
En lieffelijk accoord,
Als gy by een vergaard,
En handeld van Gods woord,
Breng geen propoosten voort
Van tijdelijk geneeren:
Op dat hy, die daar hoord,
Zijns zielen heil mag leeren.
3. Niet eigen wijs en zijt,
In 't geene gy verstaat,
Om woorden niet en strijd:
| |
[pagina 521]
| |
En zoo gy u ontgaat,
En weez niet obstinaat,
Maar zoek der zielen winste:
U onderrechten laat,
Al waar 't ook van de minste.
4. Wacht u van ydel eer,
Want zy heeft zulken kracht:
Den vreede veld zy ne'er,
Breekt liefde en aandacht,
Haar naasten zy veracht
In schijn van heilige eden:
Daar-om u voor haar wacht
Wild gy behouden vreede.
5. Die gy gebrek'lijk ziet,
Met deezen heb mee-doog,
Ergerd u daar-om niet,
Trek uit het schalke oog:
Want die daar zom-tijds hoog
Booven al meind te lichten,
't Is niet in zijn vermoog
Een iegelijk te stichten.
6. Dus u ootmoedig draag
Naa 't voor-beeld Iesus Christ',
U zelven niet behaag:
Is 't dat uw naasten mist,
Moed-willig niet en is 't,
Het beste zoekt hy meede,
Waar 't dat hy beeter wist,
Gewis hy beeter deede.
7. Hou staadig in 't gebruik
't Verzaamen, laat het niet
Om Mammon noch om buik,
Gelijk men daag'lijks ziet
Dat nu ter tijd geschied
| |
[pagina 522]
| |
Van die de Weereld minnen,
z' Hebben in 't woord verdriet,
En onbereide zinnen
8. Gods woord, dat eedel zaad,
Op-waszen niet en kan 't
In herten, daar het quaad
Noch heeft de over-hand,
Noch ook daar het verstand
Belemmerd is met lusten,
En kan 't niet weezen, want
't Moet in de stilheid rusten.
9. Uw herten wel bereid
En van de zonde vrijd,
Dat tot haar dienstbaarheid
Gy niet verbonden zijt,
Hoe-wel in deezen tijd
Veel Menschen daar in blijven;
Doe des te grooter vlijt
Om haar uit u te drijven.
10. Zoo moogt gy on-belet
God dienen met geduld,
Consciency on-besmet,
En handen met onschuld
Gy voor-taan hebben zult
Voor God, in zuiver klaarheid,
Met liefde Gods vervuld,
En vry-gemaakt in waarheid.
11. Aldus gy yveraars
Yverd van herten vry:
Uit-wendig veel gebaars
By u toch niet en zy:
Wacht u van huich'lery,
Want God ziet alle dingen:
Uw weetenschap moet gy
Ook in der daad vol-bringen.
J.P.S. |
|