Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijStemme; De zoete Meere-minne. Of: Het daaget uit den oosten.1. O Alder-zoetste leeven!
O alder-zoetste lust!
Waar lust is weg-gedreeven,
| |
[pagina 477]
| |
Daar leid nu God zijn rust.
2. De slang is hier verdweenen,
's Vlees lust is hier gedood,
Het oud is nu al heenen,
't Nieu is 'er in gepoot.
3. Hier springt de nieu fonteine,
Hier vloeyd den nieuwen wijn,
Hier smaakt men God alleine
Al 't oud is ziel fenijn.
4. Hier groeyd den boom des leevens
In 't nieuwe Paradijz,
En God schenkt daar beneevens
Zijns leevens zoete spijz.
5. Van vreugde moet men springen,
Van vreugde weenen mee,
Van vreugde moet men zingen,
Want God beweegd de stee.
6. Van vreugde word men dronken,
Het dringd door all' de le'e,
En 't dropje word verzonken
In d' Alder-grootste zee.
7. Men word zoo gants verslonden
In deeze vreugden-gloed,
Geen tong en kan 't verkonden,
't Is 't alder-zoetste zoet.
8. O Mensch! dit moet gy derven,
En erven 't teegen-deel,
Zoo gy 't niet al gaat sterven,
Geen deel, maar al geheel.
9. Ei lieve! ken uw waarde,
De waarde van uw ziel,
Want al de heele aarde
Geen waarde daar by hiel.
10. Kan u 's vlees lust bekooren,
| |
[pagina 478]
| |
En maar een hand vol vreugd,
Waar-om laat gy verlooren
Een vreugd vol van geneugd?
11. Hebt gy wel eens ter deegen
Op 's Weerelds doen gelet?
Hoe meer en meer verleegen,
Hoe meer en meer verlet.
12. Wat is toch 's Weerelds weezen?
Wat wind hy die dit wind?
Wind zal zijn rijkdom weezen,
Want al zijn winst is wind.
13. O Menschen! Laat u raaden,
God bid u als een vriend,
Waar-om wild gy versmaaden
Dat u zoo noodig diend?
14. Onz Heer doet ons verkonden,
Deez wonderlijke feest,
Zoo gy dit wild door-gronden,
Zoo leef hier naa den geest.
C. Laakh. |
|