Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 293]
| |
Stemme: Ag ongeluk'ge dag!1. Soo wie met aandagt merkt
Al wat de liefde werkt,
Hoe zy van deugd in deugd versterkt,
Die krijgt met eenen klaar bescheid
Van waare liefds hoedaanigheid.
2. De liefde niet en let
Op een bepaalde wet,
Of op de straf van God gezet:
Maar liefd' is zelfs de wet en maat
Van aller Christ'nen doen en laat.
3. Daar liefde zal gebie'n
Daar moet de vreeze vlie'n,
En alles vrooijelijk geschie'n,
De liefd' doet willig, wat zy doet,
En Christus jok dat valt haar zoet.
4. De liefd' is vol lang-moed,
Zeer vriendelijk en goed,
Zy haakt naa niemands teegen-spoed,
Af-gunst de liefde weeder-strijd,
De liefde niemand niet benijd.
5. z' Is ongeveinsd, op-regt,
Mee-waardig, needrig, slegt,
Geen stoute trotzheid aan haar hegt;
Geen idel eere zy bejaagd,
Maar eerlijk zy haar zelven draagd.
6. Zy liefd geen eigen-baat,
| |
[pagina 294]
| |
Zy denkt geen arg nog quaad,
Nog draagd op Mensch ter Weereld haat,
Door gramschap word zy niet vervoerd,
Nog toornigheid het hert ontroerd.
7. Zy heeft geenzins geneugt
In onregt, maar in deugd,
En waarheid is 't, die haar verheugd;
't Zy lief, of leed, 't zy zoet, of zuur,
Zy draagd en duld haar avontuur.
8. De liefd' is zonderling,
Zy geloofd zeer gering,
De liefde hoopt tog alle ding,
Zy lijd, zy draagd een yder Mensch,
En 's naasten heil is haaren wensch.
9. Zy troost die zijn bedroef,
Zy helpt die hulp behoefd,
In wel te doen zy niet vertoefd,
Zy doet een ander anders niet,
Dan zoo zy wil dat har geschied.
10. Zy wandeld hier op aard',
Maar oogd ten Heemel waard'
Tot God, uit wien zy is gebaard,
Uit wien zy haaren oorsprong heeft,
In wien zy eeuwig, eeuwig leefd.
|
|