Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijZang: O! Paris wreed, &c.1. O Spruitjens teer!
Die van God zijt verkooren
Te werden in geplant
In uwe Heer,
Den Wijn-stok hoog gebooren:
Bid altijd om bystand,
Op dat Gods hand
U altijd mag versterken,
Dat gy overvloedig werd
In alle goede werken.
2. Want all’ de geen,
Die God geen vrugten draagen,
Die werden uit geroeid.
Hier om elk een,
Die Gode wil behaagen,
Ter deugden u tog spoeid;
Op dat gy groeid
In den Wijn-stok verheeven:
Zoo dat gy hier door den Heer
Verheerlijkt in u leeven.
3. Want die in hem
Goe vrugten komt te draagen
| |
[pagina 68]
| |
Werden gereinigd meer:
(Dus luid zijn stem)
Hierom wild g’ hem behaagen,
Houd an met bidden zeer,
Op dat den Heer
U Spruitjens wil bedouwen,
Dat gy door zijn Geestes hulp
U vast aan hem moogd houwen.
4. Vrienden, wenscht gy
’t Ontfangen ’s Heeren zeegen,
Daal altijd in ootmoed;
Op dat gy bly,
Als eenen zoeten reegen,
Ontvangt in uw gemoed
De stroomen zoet,
Die Gods fontein uit gieten,
Waar door dat uw spruitjen teer,
Zijn wasdom moet genieten,
5. Koom nimmermeer
U zelven te behaagen
In deugden groot nog kleen:
Want die den Heer
Haar werken voor gaan draagen,
Gelijk den Pharizeen,
Schoon zy gebe’en
En Offer koomen draagen,
Zoo en konnen zy nogtans
Den Heere niet behaagen.
6. Maar die hem klein
In ootmoed komt versmaaden,
Gelijk den Toll’nar dee,
Die is meer rein
Voor God, en krijgt genaade,
Tot zijner ziele vree;
| |
[pagina 69]
| |
Die zoo zijn bee
In ootmoed uit kan gieten,
Die zal daag’lijkx meer en meer
Den zeegen Gods genieten.
7. Vergeet altijd
U deugden uit genoomen,
Op dat gy niet en rust
Voor uwen tijd,
Eer dat gy zijt gekoomen
Tot voller zielen lust:
Want die zijn rust
Neemt in begonnen deugden,
Die verkrijgt den prijs nog niet
Van ’s Heemels volle vreugden.
8. Maar die getrouw
Blijft op des Heeren weegen,
Volstandig tot den end’,
Sonder verflouw’,
Ontfangt den vollen zeegen,
Die word van God gekend;
Schoon hy ellend
Een tijd lang hier moet lijden,
Nogtans zal hy met den Heer
In eeuwigheid verblijden. Amen.
W.G. |
|