Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 64]
| |
Stemme: O! geestelijke Hemels Stad.
| |
[pagina 65]
| |
Dien zal ik schaamen voor mijn Vaader.
8. Vaat deze reeden in uw oor,
Wild naa uw wil geen leeven kiezen,
Oft anders zoud gy dan daar door
Het eeuwig leeven weer verliezen.
9. In tegendeel zoo gy verlaat,
Des vleisches wil om Christus leere,
Zoo zult gy naa de spot en smaad,
Beleeden worden van den Heere.
10. De poort is eng de weg is smal,
't Zijn Christus reeden die 't betuigen,
Dus wie ten leeven koomen zal,
Moet zig in alles needer buigen.
11. 't Is waar het schijnd al vry wat swaar,
Dat men zig gants zoud' over geeven,
Schijn, is geen zijn: want wilmen maar,
Zoo wordmen kragtig aangedreeven.
12. En soo beweegd door Christus Geest,
Dat wat in 't eerst bitter als roet is,
Veranderd in een vreugden feest,
Dat Christus jok staag ligt en zoet is.
13. Rust zalder weezen in 't gemoed,
Voor ieder quaad dat gy begeevet,
Wel hondert fout zal 't zijn gevoet,
Terwijlje nog op 't aardrijk leevet.
14 Zoo deze reeden niet dringd voort,
Dat gy het aards zoud willen derven,
Zoo let nog verder op zijn woord,
En nog het eeuwig leeven erven.
15. Door liefde dan van 't eeuwig goed
Kanmen 't verganklijk ligt verzaaken:
Hef staag maar d' oogen van 't gemoed
Ter plaatze, daar gy hoopt te raaken.
Wester-man. |
|