Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– Auteursrechtvrij
[pagina 20]
| |
Stemme: O! Kers-nacht, etc.1. ALs ik aan 't eeuwig zaalig leeven
Gaa mijn gedagten over geeven,
En 's Heemels heerlijkheid beschouw.
Zoo denk ik, ag! Te snood is d' aarde,
Dat ik, om zoo geringe waarde,
Mijn eeuwig heil verwis'len zou.
2. Ik denk eerst vreugd, daar naa ellende,
Dat 's Weer'lds begin, en dit haar ende;
Haar loon bedrog en ydelheid:
Maar die na waar vermaak wil taalen,
Moet dat alleen van booven haalen,
Daar is de vreugd een plaatz' bereid.
3. 't Is tijd, mijn ziel, begin te vatten,
Dat tusschen aardz' en eeuw'ge schatten
Is al te grooten onderscheid:
Kond gy 't inwendig maar beschouwen,
Niets zal u langer teegen houwen,
Den weg te gaan, die derwaarts leid.
4. Wel aan niet meer te rug geweeken.
't Is noodig om eens door te breeken;
Al aardze min uit 't hart gesteld;
Maar met Gods liefde ingenoomen,
Zoo word het Heemelrijk bekoomen;
De sterken neemen 't met geweld.
5. God wil en moet alleen gediend zijn,
Geen booven hem mag onze vriend zijn,
O! blijf getrouw tot in der dood,
| |
[pagina 21]
| |
In 't willig lijden en verzaaken,
Van lief en leet, hoe groot 's u naaken,
Hy zal oock trouw zijn in de nood.
6. Begin van nu op Godes wetten
Al uw gedagt en lust te zeten.
Geen dienst hem oyt zoo wel beviel,
Als hem tot offerhand te geeven
De kragt van het godvrugtig leeven,
Een altijd op geheeven ziel.
7. Mogt eens, o God! Zijn afgetoogen
Al 't duister van mijns herten oogen,
Door uw in-straalend Heemels licht;
Ik zou dan nimmer Menschen klaarheid
Meer volgen, maar alleen uw waarheid.
O geef my een zoo klaar gesigt.
R.R.L. |
|