Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijStem: Engelse Klokke-dans.1. WAt is de Weereld
Met al haar schijn,
En haer vermond gelaat?
Hoe schoon bepeereldt?
Wat kander zijn
Dat onstand vaster staet?
Haar schat
Schijnt wat:
Maer als gy 't recht besiet,
't Vernoegd u nimmer niet:
't Bedroefd u alsze vlied.
Dies aan al des Werelds goed
Niet en is, waar van 't gemoed
Of lust of rust geniet.
2. 't Goed schijnd uitwendig,
Voor die 't onbeerd,
Een troost, ter wijl men leeft:
Maar 't maakt ellendig/
Vermits begeert
| |
[pagina 7]
| |
Geen eind nog maat en heeft:
't Geen schijnt
Verdwijnd.
Wanneer 't begeerig hart
Met moeyten, zorg en smert,
Tot meer gedreeven werd.
Dan vervalt den Mensche dik
Door veel zorgen in een strick,
Daar in zijn ziel verwerd.
3. Ia zelfs 't genieten,
Van al het geen
Deez arme rijkdom geeft,
Zal haast verdrieten;
En dat eerst scheen
Vol lust, geen lust meer heeft.
Daar 's niet
Dat yet
Geduurzaam is tot vreugd,
Of staadig u verheugd,
Tot eeuwige geneugt,
Als een rijk en bly gemoed,
Dat in voor of teegenspoed
Scheyt vreugd in ware deugd.
C.W. |
|