Drie kwajongens
(1922)–Jacob Stamperius– Auteursrecht onbekendJacob Stamperius, Drie kwajongens. Met illustraties van B. Reith. E.J. Bosch Jbzn., Baarn 1922 (5de druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Stadsbibliotheek Haarlem, signatuur: OK Sta.d
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de 5de druk van Drie kwajongens van Jacob Stamperius uit 1922. De illustraties zijn van de hand van B. Reith. De eerste druk dateert uit ca. 1900.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina 1]
DRIE KWAJONGENS
DOOR
J. STAMPERIUS
GEÏLLUSTREERD DOOR B. REITH
VIJFDE DRUK
UITGEVERSMAATSCHAPPIJ E.J. BOSCH Jbzn. - BAARN
[pagina 2]
DE VERHALEN VAN JAAP VAN DEN BAKKER.
Van de boeken, waarin ‘Jacob van den bakker’ uit zijn jeugd vertelt, zijn verschenen:
Drie Kwajongens. |
Een week vol Avonturen. |
De oude Veldwachter. |
De ezel van den Bakker. |
Jongensleven. |
Drie jongens op een schip. |
Toen ik veertien was. |
In oorlogstijd. |
Mijn reis naar den Haag. |
Van drie jongens en een vrijen Zaterdag. |
[pagina 147]
INHOUD.
Bladz. | ||
---|---|---|
Hoofdstuk I. | Hoe wij onze zakduiten besteedden om de ramen onzer dorpsgenooten te versieren; en hoe Kees de veldwachter ruim zijn deel van die versiering ontving | 3 |
Hoofdstuk II. | Hoe wij de vredespijp der Apachen rookten en hoe ons die bekwam | 13 |
Hoofdstuk III. | Hoe wij uitgenoodigd werden in den nacht op den molen kennis te komen maken met Lazaro den Veehoeder. - Als allen slapen, verlaat ik het huis | 26 |
Hoofdstuk IV. | Wij zitten op den molen en hooren het vreeselijk verhaal van Lazaro den Veehoeder of Misdaad en Wraak | 35 |
Hoofdstuk V. | Wat wij verder in den molen nog uitvoerden en hoe bijna |
[pagina 148]
Bladz. | ||
---|---|---|
't halve dorp op de been kwam, om ons te zoeken | 51 | |
Hoofdstuk VI. | Hoe wij uit visschen gingen, doch meer met het vuur dan met het water te doen kregen | 63 |
Hoofdstuk VII. | Hoe wij een maal van krabben met gekookte eieren bereiden wilden en wat er van terecht kwam | 82 |
Hoofdstuk VIII. | Hoe de vraag ‘Wat zullen wij worden?’ beantwoord werd. - Hoe ‘ouwe Griet’ haar maaltijd op het bed hield en ik bekennen moest, ‘dat het gemeen’ was | 101 |
Hoofdstuk IX. | Hoe ik aan ‘ouwe Griet’ meer beloof, dan ik misschien zal kunnen volbrengen | 115 |
Hoofdstuk X. | Hoe ik in den stal van de cavallerie-kazerne terecht kom en welke ontvangst ik daar vind. - Hoe ik slaag in mijn plannen en voor mijn examen | 124 |
Hoofdstuk XI. | Hoe ik mijn dorp verlaat en mijn vrienden zorgen, dat mijn vertrek door de dorpelingen goed wordt opgemerkt | 139 |