Madrigalia

[p. 222]

LXII.

Dolcissimo ben mio,
Speme di questo core,
In premio del mio amore
Donam' un bacci' e satia il mio desio;
Unico mio tesoro,
Porgimi quelle rose
Ch'ai nelle labra ascose,
Ch'a l'alma mia darai dolce ristoro.

Andrea Gabrieli, Harmonia celeste 1593, fo. 27^v; a 6

Mijn allerzoetste lief,
Hoop van dit hart,
Geef mij, ter beloning van mijn liefde,
Een kus, en bevredig mijn verlangen;
Mijn enige schat,
Reik mij die rozen
Die gij tussen uw lippen verborgen houdt,
Want gij zult mij dan zoete verkwikking schenken.

[p. 223]

Dolcissimo ben mio. Vers. 27. And. Gabrieli. 1288

Gesegenste der vrouwen /^1.
Hoop der benaude harten /
Aen u klaegh ick mijn smarten /
Zuyverste Maged! Ghy kunt my wel behouwen;^4.
Al ben ick waerd te sterven /^5.
Roert maer eens bey de Rosen^6.
Die op uw' lippen blosen /^7.
En sult my by uw' zoon gracy verwerven.^8.

1. vgl. Luc. 1; 28

4. behouwen: behoeden

5. ben ick waerd: verdien ik

6. Rosen: aanduiding van de frisse, rode schoonheid van Maria's lippen

7. blosen: bloeien, met rode kleur

8. sult: gij zult