Madrigalia
(1960)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 164]
| |
XXXVII.1.[regelnummer]
Dolci contrade, o chiuse e chete valli,
Dov'èl mio sol? Pur é quinci lontano,
Onde'l mio duro piant'ogn'hor rinova.
O ben nati fioretti, bianch'e gialli,
5.[regelnummer]
Che cor' spesso solea la bianca mano:
Dove son gl'occhi miei,
Che qui non trovo?
Spirito da Reggio, Musica Divina 1595, fo. 5; a 4. 1.[regelnummer]
Lieflijke oorden, o valleien en stille dalen,
Waar is mijn zon? Zij is ergens ver weg van hier,
Vanwaar zij mij steeds opnieuw bitter doet schreien.
O edele bloemen, wit en geel,
5.[regelnummer]
Die haar blanke hand vaak placht te plukken,
Waar zijn mijn ogen,
Die ik hier niet vind?
| |
[pagina 165]
| |
Dolce contrade. fol. 5. Ibidem.1.[regelnummer]
Segt dwarsse houten // En ghy metale bouten:Ga naar voetnoot1.Ga naar voetnoot1-2.
Waer is mijn Heer / die aen u hingh / gebleven?Ga naar margenoot+
Hy is alleen die my kan leven gheven /Ga naar voetnoot3.
Die my met sijn ghenade kan versaden.
5.[regelnummer]
Geeft my dan weer // mijn Heer /
Want ben beraden /Ga naar voetnoot6.
Dat ick u daer en tusschenGa naar voetnoot7.
Sal blyven kussen.
|
|