Madrigalia

[p. 150]

XXXI. / Prima parte

Spuntavan gia per far il mondo adorno
Vaghi fioretti, herbette verdi e belle
Di color mille e'n queste parti e'n quelle
Rallegravan la terra e i colli intorno.
Gian gl' augelletti all' apparir del giorno
D'amor cantando sin sovra le stelle
E correvan le fiere ardite e snelle
Tra lor scherzando a la compagna intorno.

Luca Marenzio, 1ste boek a 5 (uitg. Einstein dl. I, blz. 5)

Eerste deel

Reeds schoten, om de wereld te versieren,
Lieflijke bloempjes op, groene en schone kruiden;
Duizend kleuren, her en der,
Verblijdden de aarde en de heuvels wijd en zijd;
De vogeltjes vlogen bij het verschijnen van de dag,
Van liefde zingend, tot boven de sterren,
En de dieren, vurig en behendig, dartelden in snelle loop,
Opgaande in hun spel met hun gezellen rondom hen;

[p. 151]

Spunta van' gia. fol. 39. Vers.

Den aerdboem stondt verciert met Lente-rosen /^1.
Soete vioeltjes ende tijdelosen.^+2.
Wrijttersjes / Kneuttertjes / Pittertjes en Sysjes /^3.
Maeckten blyde / van nieugeblade rijsjes /^4.
Het groene woud / end' all' die daer in woonen /
Met soete sang van veelderhande toonen /
Doorloopende de velden en versche blommen /^7-8.7.
De jonghe dieren al jockende rondomme.^8.

1. aerdboem: aardbodem

+ 1279

2. tijdelosen: narcissen

3. Wrijtersjes: draaiers (duivensoort; lees Wrijtertjes)
Kneuttertjes: kneutjes (vogels uit de familie der vinken)
Pittertjes: distelvinken

4. van: vanaf

7-8. absolute participiumconstructie

7. al jockende rondomme: al ronddartelend

8. lees na rondomme een puntkomma