Madrigalia
(1960)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 130]
| |
XXII. / Quarta parte1.[regelnummer]
Ed amando morrò: felice giorno,
Quando che sia; ma più felice molto,
Se, come or vado errante a te d'intorno,
Allor sarò dentro al tuo grembo accolto.
5.[regelnummer]
Faccian l'anime amiche in ciel soggiorno;
Sia l'un spirito e l'altro in un sepolto:
Ciò che'l viver non ebbe, abbia la morte.
Oh, se sperar ciò lice, altera sorte!
Luca Marenzio, 4de boek a 5, nr. 1 (uitg. Einstein dl. II, blz. 5)
Vierde deel 1.[regelnummer]
‘En in liefde zal ik sterven: gelukkige dag,
Wanneer hij ook zal zijn; maar gelukkiger nog,
Indien ik, zoals ik nu om u ronddool,
Dan binnen in uw schoot zal worden opgenomen.
5.[regelnummer]
Mogen onze in vriendschap verbonden zielen in de hemel verblijven;
Mogen de ene geest en de andere in één graf zijn:
Dat wat het leven niet bood geve de dood.
O - indien het geoorloofd is dat te hopen - verheven lot!’
| |
[pagina 131]
| |
4. Parte. Et amando morro.1.[regelnummer]
Rust nu soeten Iesu uw' lieve leden;Ga naar voetnoot1.
Maer vergund dat ick oock in d'eyge stede /Ga naar voetnoot2-3.
Daer ick helaes / nu dolen gae rondomme /Ga naar voetnoot3.
Met ziel en lijf sulcken rust magh bekommen /Ga naar voetnoot4.
5.[regelnummer]
Dat mijn geest / vermaeckt met uw' hooghste gaven /Ga naar voetnoot5.
Mijn quaed sondig vleesch met u magh sijn begraven;Ga naar voetnoot6.
Wijlen dat ick bewandel d'aerdsche wegen /Ga naar voetnoot7.
O! krijgh ick dit geluck / noyt hogher segen.
|
|