Madrigalia
(1960)–Joannes Stalpaert van der Wiele– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 126]
| |
XXII. / Seconda parte1.[regelnummer]
Non di morte sei tu, ma di vivaci
Ceneri albergo, ov'è nascosto Amore;
Sento dal freddo tuo le usate faci,
Men dolci sì, ma non men calde al core.
5.[regelnummer]
Deh prendi i miei sospiri, e questi baci
Prendi, ch'io bagno di doglioso umore;
E datli tu, poi ch'io non posso, almeno
A le amate reliquie c'hai nel seno.
Luca Marenzio, 4de boek a 5 (uitg. Einstein dl. II, blz. 2)
Tweede deel 1.[regelnummer]
‘Niet van de dood, maar van levende
As zijt gij de verblijfplaats, waar Amor schuilt;
Ik voel ook uit uw koude de gewone gloed,
Wel minder zoet, maar niet minder warm voor het hart.
5.[regelnummer]
Ach, neem aan mijn zuchten, en deze kussen,
Neem ze aan, want ik baad in een droeve vloed,
En geef gij ze tenminste - daar ik het niet kan -
Aan de geliefde resten die gij in uw schoot bergt.’
| |
[pagina 127]
| |
2. Parte. Non di morte.1.[regelnummer]
Heyligh graf / daer de dood wel eer uyt briefdeGa naar voetnoot1.
Haer gesagh; zijt nu 't eyge hof der liefde.Ga naar voetnoot2.
Want gevoel 't minne vyer dwars door uw' steenen /Ga naar voetnoot3.
Niet wel soo soet / maer warmer als voor heenen.Ga naar voetnoot4.
5.[regelnummer]
Ey lieve / neemt dit suchten en deese kussen.
Neemtse met dese tranen / die ick tussen
Uw' reten stort: En wiltse voor my geven
Aen hem / die door sijn dood my gaf het leven.
|
|